maandag 29 december 2008

mochi

Vandaag ben ik samen met Masata en zijn vriendin, Shuai, naar een Mochifeest geweest. Vanochtend vroeg zijn we naar de gebeurtenis vertrokken, aangezien het evenement al begon om negen uur. Uiteraard waren we wat te laat en kwamen we ongeveer half tien aan op het metrostation waar een jongen genaamd, Kyuchan, die Shuai uitgenodigd had - en Shuai was zo vriendelijk geweest ons uit te nodigen - ons op stond te wachten. Vanaf het metrostation was het zo ongeveer tien minuten lopen naar zijn ouderlijk, de halve familie woont daar geloof ik, huis dat heel erg indrukwekkend was. Ten eerste was alles volgens de Japanse traditionele stijl ingericht. Dat betekent dat het huis van buiten gewoon lijkt op een doodgewoon huis, maar wanneer je binnentreedt verrast wordt met schuifdeuren. Alles, het hele interieur, is gemaakt van hout, er zijn heel veel kamers, met soms enkel een tafel en het was er heel erg koud. Naast het huis stond de familietempel (althans, dat vermoed ik). Deze was ook erg groot, leek op een huis en had een traditionele Japanse uitstraling met aansluitend nog een groot huis waar iedereen gezamenlijk kan eten.

Bij aankomst was de beste familie al bezig de tot moes gekookte rijst fijn te stampen met reusachige hamers, aangemoedigd door Kyuchan zijn tante en zijn oudere zuster: 'ichi, ni, san, ichi, ni, san' (een, twee, drie 2x). Voordat ik de drempel overstak vielen er al woorden van 'a de gaijin(buitenlander) is er!' waarna ik aan de hele familie werd voorgesteld. Het was erg fijn nu ook in contact te komen met Japanse kinderen. Heel erg grappig. In tegenstelling tot de meeste Japanse ouders zijn veel Japanse kinderen helemaal niet schuw en willen ze alles van je weten en vertellen ze alles wat je niet wil weten. Grappig is te zien dat kinderen je al gauw bestempelen. Zo was ik 'eigo no hito' (Jongen die Engels spreekt). Ik probeerde hem duidelijk te maken dat ik uit Nederland kwam en dat mensen daar geen Engels spreken maar Nederlands. Vanzelfsprekend wist het beste jongetje niet wat Nederland was, laat staan waar het lag, dus besloot hij maar met het verhaal dat ik uit een land kom waar enkel monsters leven. Een ander kereltje vertelde trots dat hij zijn eigen geld verdiende. Aan de kant van de weg staan in Japan om de honderd meter drie (fris)drankautomaten. Veel mensen vergeten, vermoed ik, hun wisselgeld, zodat waarschijnlijk al het kleingeld in de handen komt van dit Japanse knaapje van acht jaar oud. Wanneer ik nog eens in grote geldnood zit, weet ik wat me te doen staat. Tenslotte is het praten met kinderen gewoon fantastisch. Ze vertalen niks voor je, leggen niks uit, en als je zegt dat je het niet begrijpt herhalen ze gewoon precies hetzelfde wat ze al zeiden. Soms begrijp ik het na de tweede keer, maar niet zelden moet ik de betekenis afleiden van gebaren of gezichtsuitdrukkingen.

Na een korte observatie mocht ik ook gaan stampen, een hele intensieve bezigheid dat lijkt op het kloven van hout. Na het stampen mocht ik helpen met het draaien van de mochi. Het eindproduct is dan een rijstbal, dat eigenlijk enkel smaakt naar rijst. Naast de stampbak zit de oude garde van de familie eieren te koken, Japanners houden nou eenmaal van eieren. Tijdens het stampen en het draaien van de mochi in bollen werden mij verscheidene gerechten toegeschoven. Zo kreeg ik warme rode bonensoep met mochi en een kom rijst met nori(zeewier), kip, en ui. Ik heb mijn maag de gehele tijd niet horen klagen.

Na afloop van de grote gebeurtenis ben ik nog uitgenodigd om te blijven eten. Een gratis maaltijd kan ik natuurlijk niet afslaan dus heb ik deze mogelijkheid met beide handen aangepakt. De gehele dag was overigens gratis, zou ik vragen of ik moest betalen hadden zij mij waarschijnlijk zo snel mogelijk de deur gewezen. Dit maakt vanzelfsprekend deel uit van de Japanse gastvrijheid. Na de nabe (pot gevuld met allerhande soorten groenten en vlees, waar je zelf met je o-hashi (stokjes) wat uit kunt vissen) maaltijd, -waar ik als enige deel van uitgemaakt had, Masato en Shuai waren reeds lang voor de maaltijd, dat om drie uur geschiedde, vertrokken- ben ik nog wat wezen luieren met Kyuchan, zijn zus, vader en nichtje, voor de televisie. Om zes uur vond ik het tijd om te gaan en ben ik met een tevreden gevoel naar huis gegaan.

zaterdag 27 december 2008

Kerstdrukte

In Japan wordt de kerst niet zo uitbundig gevierd zoals je dat zou verwachten. Japan, normaal gesproken het boegbeeld van straten vol met neonlicht en overdreven grote videoschermen, doet weinig aan kerstverlichting. Maar dat neemt niet weg dat er helemaal geen kerstsfeer aanwezig is. In de dagen voor de kerst neemt de drukte in de winkelstraten enorm toe. Elke kans om te shoppen nemen de Japanners met beide handen aan, zoals dat wel bekend is van een van de meest modieuze naties ter wereld. Echt overal is het druk.

Japanners doen niet aan het geven van kerstkaarten, maar uiteraard moet er wel een kaartje gestuurd worden naar alle kennissen, vrienden en familie om deze gelukkig nieuwjaar te wensen. Deze kaarten gaan vergezeld met een geluksnummer, waarmee te gekke prijzen te winnen zijn. Heb je geluk dan win je een kleine prijs, en voor de echte bofkonten zijn er prijzen als tripjes naar Europa en misschien kun je ook wel een auto winnen. Niks is onmogelijk. Als Japanners ergens wel voor te porren zijn dan is het wel het geven van cadeautjes. Altijd en overal moeten er geschenken gegeven en ontvangen worden. Zodoende kan men al geen kerstkaart meer kopen zonder kans te maken op een postzegel.

De decembermaand is toch ook wel een van de drukste maanden in het jaar. Om religieuze en culturele beleefdheidsredenen is de laatste maand van het jaar vrijwel helemaal volgeboekt. De laatste twee weken van het jaar zijn er veel feestjes van verschillende verenigingen om het jaar af te sluiten: zogenaamde bonenkai (boo-nen-kai - vergeet het jaar feestje). Zoals de titel van het feest al aanduidt wordt er veel gedronken op dergelijke feesten. Zelf had ik ook een bonenkai van de basketbalvereniging. Gezamenlijk gingen we wat eten en drinken in een Izakaya waarna velen nog gingen voor karaoke. Ik had de volgende dag een afspraak met mijn hostfamily dus ben verstandig richting huis gegaan. Voor mij geen karaoke.

Om het jaar in de religieuze zin goed af te sluiten gaan veel Japanners met oud en nieuw naar de tempel om te bidden voor een gezond nieuwjaar. Een van de tradities is het eten van mochi. Dit zijn schijfjes van vermalen, platgestampte rijst, die, nadat ze zijn opgewarmd in water heel erg uitrekbaar zijn. Dit staat dan symbool voor het leven, dat je door middel van deze traditie weer een jaartje ouder mag worden. Daarnaast is mochi gewoon ook heel erg lekker. Zeker wanneer deze gevuld zijn met aardbeien, perzik of 'red beans'. Mochi kunnen daarentegen ook zeer dodelijk zijn. Door zijn kleverige samenstelling is de mochi niet altijd gemakkelijk door te slikken waardoor er elk jaar wel een aantal ouderen stikt in het kleverige goedje.

zondag 21 december 2008

Thee ceremonie

Vandaag werd ik uitgenodigd om mee te gaan naar een theeceremonie. Een van de bekendste Japanse traditionele fenomenen. Normaal gesproken moet men 2000 yen betalen om een dergelijke ceremonie bij te wonen, maar ik was samen met vrienden door Yuriko, een Japanse vriendin, uitgenodigd, en dat was gelukkig gewoon gratis. Maar goed. Om binnen te komen moesten we onze schoenen uit doen, telefoon uitzetten en zelfs onze horloge afdoen. Want na afloop van de ceremonie mochten we een drink-kom bekijken van wel meer dan 300 jaar oud en die mocht absoluut niet beschadigd worden.

Alles begon officieel. Iedereen zat in een kring te wachten op hun o-cha, groene thee, wat gepaard ging met veel buigingen en officiële dankbetuigingen. Waar ik niet heel veel van verstond. Het zwaarste van alles was het zitten. Dit moest zoals gebruikelijk met officiële aangelegenheden op de knieën met de voeten onder de bibs. Voor vijf a tien minuten ok, maar voor een halfuur een beetje onmogelijk; voor westerlingen. Gelukkig houden Japanners er rekening mee dat westerlingen domme reuzen zijn die met hun grote onhandige voeten per ongeluk schuifdeuren kapot trappen, dus vergaven zij het ons toen we van houding veranderden in een kleermakerszit. 

Voordat we de groene thee tot ons namen kregen we eerst zogenaamde o-kashi voorgeschoteld.  Dit zoete goedje zorgt ervoor dat je de bittere smaak van de groene thee extra goed proeft. Japanse thee smaakt heel anders dan gewone thee, black tea, zoals Japanners dat noemen, en is veel sterker van smaak. Oftewel veel bitterder. Toen ik het voor het eerst proefde vond ik het niet te pruimen, maar volgens mij ben ik nu gewend geraakt aan de sterke smaak. Echter vind ik het nog steeds niet te drinken, maar och, het is goed voor je gezondheid, zeggen ze. 

Na afloop wordt de plechtigheid in stilte voortgezet, de gehele ceremonie wordt eigenlijk in stilte uitgevoerd, en gaat iedereen na nogmaals een aantal keer groeten en buigen weer met een harmonieus gevoel naar huis.


dinsdag 9 december 2008

seksualiteit in Japan

Hoewel ik natuurlijk elke dag hard aan de studie ben en veel culturele tripjes maak, ga ik natuurlijk ook wel eens uit voor een borrel. Meestal ga ik dan eerst naar een Izakaya, een Japanse bar, alwaar je overheerlijk kunt eten en drinken voor een niet al te belachelijke prijs. Eenmaal in de stemming gaan we daarna richting de nachtclubs die tot ongeveer 6 uur in de ochtend open zijn, om vervolgens weer met de eerste trein van de dag tussen de werklui naar huis te gaan. Soms nemen we wel eens een taxi, maar dat is iets duurder.



In dergelijke situaties ga ik bijna altijd uit in een groep en vrijwel altijd met een aantal Japanners. Zodoende kom je wat meer te weten wat de Japanse jeugd nou zoal bezighoudt en hoe zij denken over seks, uitgaan, een levenspartner vinden etc, etc. Japanners zijn daar over het algemeen heel erg verlegen in, maar geef ze een aantal glazen alcohol en ze vertellen in geuren en kleuren hoe Japanse kerels trachten een vrouw te versieren, hoe zij de liefde bedrijven, waar ze denken hun ideale partner tegen te komen, en hoe zij denken over vrouwen of over mannen.

Na lang en zorgvuldig onderzoek kan ik de volgende conclusies trekken (soms kan ik niet anders dan generaliseren, mijn excuses daarvoor, maar soms is dat onvermijdelijk).



Uitgaan in een discotheek, of clubben, hoe dat in het Engels heet, doen Japanners niet. Vanaf hun jeugd af aan gaan jongens enkel met jongens om en meisjes alleen met meisjes. Anders dan in Nederland waar de meeste jongeren op de middelbare school gemengde vriendengroepen creeren is dat niet het geval in Japan. Zelfs nog op de universiteiten zitten in de rechterhelft van het lokaal de vrouwen en de linkerkant de mannen. Hoe moet je dan in hemelsnaam in contact komen met een meisje. Laat staan vaardigheden ontwikkelen om met het andere geslacht te communiceren?



Mannen zijn in Japan heel erg verlegen. Affectie wordt niet getoond, zoals wel kenbaar is in Aziatische culturen, hoewel de vrouwen dit vaak juist wel willen. Ik hoor Japanse vriendinnen vaak klagen: hij laat helemaal niet blijken dat hij me interessant of aantrekkelijk vindt! Een van de weinige manieren om in contact te komen met het andere geslacht is via koukon (spreek uit als kookon). In Japan heb je een excuus nodig om met een vrouw te praten. Het excuus met koukon is heel simpel: twee mensen die elkaar kennen (man-vrouw) gaan eten en drinken in een Izakaya en elk neemt drie vrienden mee. Vier mannen aan de ene kant van de tafel en vier vrouwen aan de andere kant. Elk paar dat tegenover elkaar zit is gedwongen met elkaar te praten, zien ze elkaar zitten, dan worden er telefoonnummers uitgewisseld voor een volgende afspraak. Zien ze elkaar niet zitten, dan blijft het bij koukon. Zijn ze helemaal verzot op elkaar, dan wordt gelijk de grote stap voorwaarts gezet naar een love hotel, of een van de appartementen. Zoals ik al gezegd heb, zijn Japanners erg verlegen en komen ze pas los als ze wat gedronken hebben: kortom de Izakaya is voor hen de ideale plek. Mij lijkt het allemaal erg ongemakkelijk.



Hoe doen Japanners 'het'. Waarschijnlijk net als iedereen anders, maar dan op zijn Japans. Er wordt vanuit gegaan dat de man de dominante jager is en de vrouw de... tja... soort van het slachtoffer. Dit kan leiden tot hele grappige situaties. Een vriend van me sprak met een jongen(rond 21 jaar) die anderhalf jaar een relatie had gehad met een meisje. Leuk, dat hebben meer mensen. Maar hij had in deze periode geen enkele keer seks gehad... Nu wordt het eigenaardig. Waarom dan niet? Volgens hem was het meisje te defensief. Oftewel ze had altijd een excuus en hij (de man moet waarschijnlijk altijd de eerste stappen zetten) was schijnbaar niet 'pushend' genoeg. Tja, altijd lastig.

zaterdag 29 november 2008

kouyo

Kouyo (spreek uit als kooyo), is samengevat een mooie gebeurtenis in de herfstmaand van Japan. In Japan is dit fenomeen razend populair. Bussenvol Japanners trekken er in de herfst op uit om de wonderen der natuur te bekijken: bladverandering. In de bergen van van het keizerlijke Kyoto zijn veel bomen, de Japanse palm, te vinden die hun groene kleur gedag zeggen en een rood, oranje-gele kleur verwelkomen, voordat ze vallen. Kortom, om een lang verhaal kort te maken, was het stervensdruk in Kyoto, met name in de omgeving rondom Arashiyama wat op dat moment een van de mooiste plekken is in Japan. In Nederland, moet ik toegeven, geef ik helemaal niet om bladkleurverandering, maar hier, wellicht door alle heisa eromheen, kon het fraaie kleurvolle uitzicht me toch wel bevallen. Waarschijnlijk is het ook mooier dan in Nederland, mede door het overheersende rood.

dinsdag 25 november 2008

ritme en bowlen

Elke ochtend sta ik rond een uur of half acht op. Bijna elke dag heb ik in de ochtend college en door een reistijd van ongeveer 20 minuten moet ik op tijd uit mijn bed. Soms wel vervelend, zeker als je wat later thuis komt. Aangekomen op de universiteit ben ik door de fietstocht fris en fruitig genoeg om aan mijn lessen te beginnen. Elke week heb ik ongeveer zes keer Japanse les: kanji, grammatica of spreekvaardigheid. Na de lessen ga ik altijd met vrienden wat eten in een van de daarvoor aangewezen plaatsen op de universiteit. Elke campus heeft zijn eigen scala aan restaurants en supermarkten, wat heel gemakkelijk is. Vervolgens ga ik meestal de rest van de dag leren of praten met vrienden tot een uur of zes, daarna weer eten, en 's avonds ben ik dan meestal bezig met van alles en nog wat. Elke donderdag ga ik basketballen met de basketbalploeg, daarna uit eten. Meestal weten zij de leukste en lekkerste plaatsen wel te vinden. Het leuke van een dergelijke ploeg is dat het net zo gezellig is als dat er gesport wordt. Nog een leuke bijkomstigheid is dat meeste basketballers typisch Japans zijn. Bijna niemand spreekt goed Engels, slechts enkelen. Een goede oefening dus.

Bijna elk weekend is volgepland. Soms met mijn gastfamilie, soms met vrienden om te stappen, soms moet er weer een nieuwe hotspot bezichtigd worden en niet zelden word ik uitgenodigd door Japanners om wat leuks te gaan doen. Veel willen hun Engels verbeteren, en ik mijn Japans dus dat komt goed uit. Twee weken geleden ben ik wezen bowlen, maar dan op zijn Japans. Zoals te verwachten viel was de baan prima in orde, ben geen expert natuurlijk, en was alles goed geolied. Het bowlen gaat gepaard met veel muziek en boven elke baan staat een groot tv-scherm die videoclips weergeeft, heel bijzonder. Na een half uur gebowld te hebben werd er wat omgeroepen op de luidspreker: wie nu een strike gooit krijgt een prijs! Uiteraard was ik niet goed genoeg, maar een van mijn vrienden, Rieko, viel in de prijzen. Ze kreeg een mooie foto en een of ander speelgoed. Grote onzin natuurlijk, maar niet in Japan. Na afloop kreeg ik een hoop kortingsbonnen, en een bon om in een van de 'giftautomaten' te grabbelen. Je weet wel, van die kasten met een hoop met knuffels erin, die met een grijptang eruit gevist kunnen worden. Hartstikke leuk... Nu weet ik ook wat voor een baan het meisje had dat steeds bij de automaten rondliep: de klanten helpen die net gebowld hebben. Ik heb net mijn 'workpermit' ontvangen en mag nu als student en gaikokujin (buitenlander) officieel werken. Misschien moet ik maar automatenhulpknecht worden. In ieder geval, iemand verdient geld en is daarmee beter af dan helemaal geen baan. Hoe moet je anders als student of scholier alle dure chanel mascara bekostigen.

maandag 24 november 2008

dagelijks leven

Poef... eindelijk weer eens tijd om mijn ervaringen te delen met het internet. Vorige week was ik uitgenodigd door mijn hostfamily om te gaan lunchen. Dit was heel gezellig. Mijn hostfamily had speciaal voor mij, waarschijnlijk, okonomiyaki gemaakt en er was meer dan genoeg. Na de lunch werd ik uitgenodigd voor de buurtbingo, of de flatbingo. Samen met ongeveer 30 kinderen van zeer jonge leeftijd heb ik meegedaan met bingo. Uiteraard wat gewonnen, want in Japan zijn er geen verliezers, iedereen heeft een prijs. Na afloop van de bingo werd ik nog in een Yukata (zomerkimono gemaakt van katoen, niet van zijden, zoals de winterkimono) en een Kata (Kendo gevechtspak) gehesen.

In Japan zijn er geen verliezers. Dit is ook overduidelijk aan te wijzen op straat. Overal wordt werk gecreëerd, wat tot zeer grappige situaties kan leiden. Onderweg naar de campus was een persoon aan de weg bezig, die vergezeld werd door een verkeersregelaar. Veel verkeer was er niet te regelen want het ging om een kleine ingreep op de stoep. Erg grappig om de stratenmaker aan het werk te zien en dat de verkeersregelaar niets anders doet dan toekijken. Soms lijkt het creëren van extra banen door de Japanse overheid een beetje nutteloos. Zo wordt bijvoorbeeld het verkeer op een parkeerplaats niet door een kerel geregeld, zoals in Nederland, maar door zes personen. Zo is er een persoon die op een fluitje blaast wanneer de shuttle bus, die van campus naar  campus rijdt, achteruit rijdt. Zo ook is er iemand die alle fietsen op de Toyonaka campus rechtzet of op zijn plaats zet. Oftewel een hele hoop banen die 'zinloos' lijken. Maar! Het houdt mensen wel van de straat of van de tv vandaan. Men werkt hier voor zijn uitkering. Daarnaast houden deze mensen altijd een oogje in het zeil voor ongemakkelijke gebeurtenissen of ontfermen zij zich over verloren voorwerpen, die, wanneer zij hun eigenaar kwijt zijn, vrij snel hun eigenaar terugvinden. Dit alles is naar mijn mening alleen mogelijk in Japan. Door de toewijding van burgers tegenover de maatschappij en het collectief vinden mensen het niet vervelend om dit soort werk te verrichten, en doen ze zo goed mogelijk hun best hun gecreëerde baan zo goed mogelijk uit te voeren. In Nederland zou zoiets niet mogelijk zijn aangezien men er niet op staat te wachten 'zinloos' werk te verrichten. Men hangt misschien liever voor de tv.

vrijdag 7 november 2008

Okinawa

In het begin van deze week ben ik met het vliegtuig naar Okinawa geweest, een van de tropische eilanden van Japan. Okinawa ligt ongeveer op dezelfde lengtegraad als Taiwan. Okinawa heeft een subtropisch klimaat, het hele jaar door wordt het niet kouder dan twintig graden, zelfs in de barre maand november is het er nog 30 graden. Okinawa is ook wel bekend om de levenswijze van de mensen die er wonen. Het schijnt dat op dit eiland de oudste mensen van de wereld leven: de eilandbewoners hebben een gemiddelde levensverwachting van 80 jaar. Het voedsel moet dan wel gezond zijn. Daarnaast is het eiland bekend vanwege de Amerikaanse bezetting. Zelfs nu nog zijn er 27.000 Amerikaanse soldaten gestationeerd op Okinawa. Voor sommige bewoners een doorn in het oog, voor andere de ideale mogelijkheid om een nummer te maken met een gaijin, een buitenlander. Om de Amerikaanse kampen zijn dan ook verscheidene clubs en cafés te vinden die vol zitten met Amerikanen. Door het warme klimaat in Okinawa gaan veel Japanners naar het eiland om te feesten en bruin te worden, of om lekker uit te rusten van het harde werken, tenminste als de baas dat toestaat. Kortom een ideaal eiland om eens een kijkje te gaan nemen.

Het weer viel een beetje tegen. Toen we zondag met het vliegtuig aankwamen was het erg warm en de zon scheen, zeer aangenaam. We zijn wat wezen eten in de drukste straat van de grootste stad van Okinawa, naam vergeten, en daarna hadden wat te drinken gekocht om aan het strand op te drinken. Een echt strand was er niet, alleen een grote haven. Dat viel te verwachten van een grote stad.

Toen ik de vorige dag wakker werd werd ik begroet door een fel zonlicht. Echter was ik voor de gek gehouden. Kort nadat ik me had aangekleed barstte de hel los en stortte het water met bakken uit de lucht. Typisch voorbeeld van een tropische regenbui. Je moet alles meegemaakt hebben in je leven dus... ook een tropische regen waarin je binnen 2 seconden drijf en drijfnat bent. Een douche was overbodig. Gelukkig gingen we die dag snorkelen in een grot, kanovaren en een traditioneel opgezet dorp bekijken, dus van regen geen last gehad. Immers met een wetsuit, die we kregen voor het snorkelen, maakt het niet uit of het regent of niet, of misschien maakt dat er alles enkel warmer op. Gelukkig scheen de zon op het moment dat we het dorp gingen bekijken en was het snorkelen echt de moeite waard geweest. Ondanks het onheilspellende weer was het heel gezellig.

De dag daarna, alweer een regenachtige dag, zijn we naar een reusachtig aquarium geweest in het Noorden van Okinawa. Het was een lust voor het oog om walvishaaien in levende lijve te zien zwemmen. De haaien waren zo ongeveer 8 meter groot en er zwommen drie exemplaren in het aquarium. De glazen van het aquarium zijn ongeveer een meter dik, nodig vanwege de enorme druk van het water. Het aquarium zelf is ongeveer 40 meter lang en minimaal 15 meter hoog, reusachtig om te zien.

Na het bezichtigen van de vissen zijn we naar het beroemde Shurijo kasteel geweest. Eigenlijk het enige wat nog in originele staat is zijn de kasteelmuren, een aantal aanbouwhuizen, en de fundamenten van het paleis. Het originele kasteel is voor een deel door de Amerikanen in de Tweede Wereldoorlog verwoest. Nu heeft de Japanse overheid een reconstructie gebouwd op dezelfde plek, enkel 50 cm hoger om de fundamenten van het origineel niet te beschadigen.

De volgende dag gingen we alweer naar huis, helaas, maar gelukkig kon ik terugkijken op een zeer gezellige week. Door het weer zijn we niet naar het strand geweest, die voor het overgrote deel ook gesloten is, vanwege het seizoen. 29 graden is volgens de Okinawezen te koud om te kunnen zwemmen. Maar zo heb ik wel de sfeer kunnen proeven van het stadsleven van Okinawa. Het viel me op dat de gebouwen en wegen in een minder welvarende staat verkeerden dan ik gewend was in Osaka. Waarschijnlijk komt dit doordat het eiland zo ver verwijderd is van Tokyo. Er zijn zelfs Japanners die Okinawa niet beschouwen als Japan, en Okinawezen die zich niet beschouwen als Japanners. De taal is hetzelfde, maar de cultuur van Okinawa is verschillend. Waaronder bepaalde dansen en rituelen. Wellicht is dit ook een van de redenen waarom de Japanse overheid zich niet druk maakt om de Amerikaanse militaire aanwezigheid op het eiland. Dat sommige eilandbewoners zich druk maken over de Amerikaanse aanwezigheid is een feit, met name door het verschijnsel dat Jos en ik (beide Nederlanders) op een avond begroet werden door een middelvinger van een oude dame, waarna ze zei: 'go home'. Waarschijnlijk zag ze ons aan voor Amerikanen. Het idee dat ze me aanzag als Amerikaan baarde me meer zorgen dan haar gebaar, eigenlijk.

woensdag 5 november 2008

voetbal in Japan

Hallo allemaal, nu heb ik weer even niks van me laten horen dus het werd weer eens tijd om een berichtje achter te laten. Een aantal weken geleden ben ik naar een voetbalwedstrijd geweest in Osaka. De club heette Gamba Osaka en is de beste club in Osaka - van heel Japan natuurlijk. Dit was mijn eerste keer in een Japans stadion en gelijk een van de vreemdste ervaringen uit mijn leven. Voordat je het stadion ingaat word je niet gefouilleerd, er wordt niet eens in je tas gekeken. Blikjes, flessen en alle meuk die je gebruikt om uit te drinken is toegestaan. inclusief aansteker en laserpennen.

In mijn ogen leek het allemaal meer op een festival dan op een voetbalwedstrijd. Er werd niet geschreeuwd door kaalgeschoren asociale hooligans, kinderen liepen vrij rond en tot mijn grote verbazing waren er erg veel vrouwen. Waarschijnlijk allemaal om naar de populaire voetbalgoden te kijken. We hadden de goedkoopste tickets gekocht wat betekende dat we moesten staan, ongelooflijk, maar we zaten wel in de supporterssite. De gehele wedstrijd door werden er liederen gezongen, heel vaak dezelfde, aangevoerd door een kerel met een megafoon. Het leek wel een grote repetitie aangezien alles ingestudeerd leek te zijn. Door het grote oestrogeengehalte klonken de liederen erg vrolijk, wat toch wel verwarrend was. In een stadion ben ik gewend geschreeuw te horen, middelvingers, scheldwoorden, ik verwacht omringd te zijn met naar bier en zweet stinkende Japanners, in blote bast. Met al het oestrogene geblèr om me heen had ik eerder het gevoel deel uit te maken van een evangelisatiedienst dan een voetbalwedstrijd. Ik vroeg nog aan Riotta (Japanner die voor ons de tickets had gehaald en met ons mee ging, vaste aanhanger van Osaka Gamba) of er ook scheldwoorden bestonden om de scheidsrechter uit te schelden, maar zelfs deze ontbraken!

Conclusie. Al met al een bijzondere ervaring. Ik had niet echt het stadionsfeer gevoel, miste diep van binnen de schreeuwende meute om me heen en ook de wedstrijd was nogal saai. Echter, in Japan is het wel mogelijk je kinderen mee te nemen naar populaire wedstrijden, er wordt niet gevochten,overmatig gedronken of gescholden en er heerst geen gespannen sfeer. Daarnaast zijn er een stuk meer vrouwen. Een voetbalwedstrijd met gemengde gevoelens. Ondanks de vrolijke liedjes was het misschien toch beter dan in Nederland.

dinsdag 21 oktober 2008

Obachans en Japanse punktlichkeit

Eerst een reflectie van Ome Henk's aanbeveling. Tot nu toe heb ik alleen nog maar gezeurd over het Japanse voedsel dat me niet zo ligt, maar er zijn ook gerechten uit de Japanse keuken die bijzonder smakelijk zijn. Te beginnen met okonomiyaki. Soort van groente-ei baksel besmeurd met sojasaus en... mayonaise! okonomiyaki betekent letterlijk, wat jij wilt. Dit moet echter niet te letterlijk genomen worden. Men kan een bepaalde vleessoort of vis kiezen die dan aan het baksel worden toegevoegd. meestal neem ik ebi, gamba's. Met name de manier van eten is erg interessant: je zit met zijn alleen rondom een kookplaat, waar jouw baksel op geplaatst wordt, steeds haal je er met een spatel - een soort plamuurmes -  een stukje vanaf om dat vervolgens op te eten. Op deze manier blijft het eten lekker warm. Een ander overheerlijk gerecht is tempura, gefrituurde groenten en gamba's, erg lekker. Genoeg over de Japanse keuken, op naar Genji World, gelegen in Kyoto, waar ik afgelopen zaterdag rondgeslenterd heb.

Masato, Vihn en ik hadden ons aangemeld voor een trip naar een oude tempel en het Genji museum. The tale of Genji is de oudste roman ter wereld. Helaas bestaat het origineel niet meer, maar geschat wordt dat deze in 1008 geschreven is. Het is een verhaal over onmogelijke liefde, geschreven door een vrouw, wat niet opmerkelijk was in de Heian periode. De Heian-periode werd gekenmerkt door een ongekende culturele bloei. Van vrouwen werd verwacht dat deze binnen bleven, mannen mochten hen enkel bezoeken wanneer zij of hun man waren of een minnaar. Veel contact tussen beide seksen was er niet, soms zagen zij elkander enkel als ze seks hadden. Voor veel vrouwen was de enige contact met de buitenwereld te bereiken door middel van het schrijven van gedichten en verhalen. In deze toestand is Tale of a Genji geschreven, door een vrouw. Eigenlijk was schrijven het enige wat vrouwen mochten doen, die goede oude tijd.

Maar goed, de vrouw die de roman geschreven heeft woonde in een van de keizerlijke paleizen. In een heel mooi gebied in Kyoto, dus zeker de moeite om even naar toe te gaan. We gingen samen met 30 andere beeldschone vrouwen en mannen, allen Japanners, van een gemiddelde leeftijd van 60 en 15 andere studenten. het was heel gezellig. De oudere meute was van een organisatie die de internationale culturele relaties wil verbeteren en contacten verder wil uitbreiden. Ze spraken bijna allemaal een soort van Engels, dus er was geen communicatieprobleem. Tijdens de busrit werd ik gewaar van de Japanners en hun heilige gevoel voor boekhouding en schema's. We werden ingedeeld in groepen, elke groep had een groepsleider, en kregen een naamkaartje, met onze groepsnummer erop. Dit was slechts het begin van de strikte discipline die gevolgd moest worden. In de bus kreeg iedereen zijn plek toegewezen en oh wee als je verkeerd zat. Dan moest en zal je op de goede plek gaan zitten. Alles moest kloppen volgens het heilige schema, heel erg grappig om te zien. Deze mensen lokten het gewoon uit om voor de gek gehouden te worden, wat ze meestal na een paar minuten doorhebben en dan helemaal dubbel lagen van het lachen. Nog grappiger te zien was de paniek die er heerste wanneer we bewust onze groep kwijt waren. djurian-san wa doko desu ka(waar is julian?)... PANIEK! had even 'per ongeluk' te lang op de wc gezeten. Hilarisch. Na het bezoek aan het Genji museam zijn we naar een wiskeybrouwerij geweest - Suntory Time. Ook dit was gezellig, met name de proeverij.

woensdag 15 oktober 2008

Nara en Kyoto, bambi's en rauw voedsel

Afgelopen weekend ben ik naar Nara en Kyoto geweest. Twee plaatsen die dicht bij Osaka liggen. Nara en Kyoto worden beide gezien als het culturele centrum van Japan, veel ook Japanse toeristen komen af op deze stek, die zeker de moeite waard is. Nara is minder groot dan Kyoto, en staat bekend omdat de stad een van de grootste houten tempels ter wereld huisvest, met een enorme boedha erin. Erg mooi om te zien. Kyoto was, voordat Edo (Tokyo) haar positie overnam, de hoofdstad van Japan, en daarom door zijn culturele tradities een bijzondere stad. Tevens wordt Kyoto omringd door een prachtig natuurgebied. Waar ik van het weekend doorheen gewandeld heb.

Nara. na een uur lang gereisd te hebben zijn we met een hele groep jongens en meisjes, allemaal uit verschillende landen, in de plaats Nara aangekomen. Heel bijzonder is deze plek niet. Veel mensen, vooral Japanse toeristen, trekken naar deze stek om bambi's te voeren. Zo waren ook veel mede studenten gecharmeerd van de rendieren, of wat het ook moge wezen, die in het 'natuurpark' vrijlijk rond de mensen heen lopen. Men kan er speciale koekjes voor 150 yen, iets meer dan een euro, kopen om deze aan de lieve diertjes te geven, die door hun verwende opvoeding aardig aggressief kunnen worden. Affijn, ik geef zelf helemaal niks om de beesten, immers in Nederland zijn ze ook te vinden. Heel bijzonder is het niet. Ik zat maar te wachten op de grote boeddha, de main attraction van Nara. In mijn ogen dus ook de enige. De 1300 jaar oude houten tempel waar de Boeddha gehuisvest is, was prachtig. Heel fraai. Toen ik las dat deze tempel een van de grootste in de wereld was geloofde ik dat meteen. Uiteindelijk was de lange dag, wat gepaard ging met heel veel lopen, de moeite en het geld waard geweest. Openbaar vervoer in Japan is op eerste gezicht niet goedkoop. eigenlijk net zo duur als in Nederland. Maar dan wel een stuk gebruiksvriendelijker. Ik heb weinig ingewikkelde infrastructurele logistieke middelen zo goed zien werken. Nu stop ik, want het openbaar vervoer in Japan wordt al genoeg de hemel in geprezen. Niet voor niets, aldus mijn ervaring.

Nara was een erg leuke stad, zeker opmerkelijk vanwege de stilte en toerisme, die beide niet zo veel te vinden zijn in Osaka. Kyoto op het eerste gezicht lijkt een stuk meer op het Japan van hoe ik dat gewend ben in Osaka. Nu heb ik eigenlijk niet veel gezien van Kyoto, enkel de prachtige natuur om de stad heen. Het brothers en sisters program van de universiteit van Osaka, geleid door een stel opgewekte, aardig Japanse studenten, die graag Japan willen laten zien aan internationale studenten, had een hikingdag georganiseerd in Kyoto. De animo was groot, zo ook was ik erbij^^. Van deze beslissing heb ik geen moment spijt gehad. De natuur die ik voorgeschoteld kreeg was mooi, zeker nu de herst nadert... herst, eerder nazomer. In het midden van het berglandschap lagen verscheidene tempels die ik na een lange klim kon bezoeken. Erg interessant, die Shintoistische tempels en hun gebruiken.

Na het bezoek aan de natuur ben ik met anderen rauwe vis, oftewel o-sushi, gaan eten in Kyoto... bleh. Zelfs na het proberen van verscheidene soorten blijf ik erbij, rauwe vis is ranzig. Een Duits-Japanse vriend, schotelde me een sushi voor met rauwe tonijn en een rauwe dooier. Ik heb het in zijn geheel naar binnen gewerkt, maar kon het slechts met de grootste moeite door mijn strot heen krijgen. Bij de gedachte alleen al krijg ik kokhalsneigingen. Nee, dit is niet mijn favoriete Japanse gerecht. De dag na deze overheerlijke Japanse verwennerij kreeg ik in een ander restaurant een ander gerecht voorgeschoteld. Udon (soort van noodle, dik had ik al eens eerder gegeten en beviel me goed) met ei en... weet ik veel wat nog meer. Toen ik de eerste hap nam kwam ik tot de constatering dat het koud was. Het was een koud gerecht. Verschrikkelijk, ook deze kwam niet op de lijst met meest heerlijke gerechten, eerder op de lijst met try before you die. Beter gezegd, try and die. Inderdaad het overheerlijke eitje dat bij de Udonsoep zat was halfrauw. Een overheerlijke Japanse gewoonte, rauw ei. Mij niet gezien.

vrijdag 10 oktober 2008

hard studeren

Een van de hoofdredenen om naar Japan te gaan was om kennis te maken met de Japanse cultuur en hopelijk, in een half jaar tijd Japans te leren. Met name de laatste van de twee is heel erg moeilijk. Ik studeer nu al ongeveer zes maanden Japans, niet heel inspannend, maar toch eens per week, maar wanneer twee Japanners met elkaar praten kan ik er nog geen touw aan vastknopen. In principe kan ik tegen iedereen zeggen wat ik wil, of dat duidelijk maken, echter het antwoord versta ik in veel van de gevallen niet. Ze praten zo snel dat ik slechts het eerste deel -lees het eerste woord - van de zin versta, zodat ik minimaal drie keer moet vragen om de zin te herhalen. Daarna om het wat rustiger aan te doen. Meestal doe ik alsof ik het versta door enkel hai, hai te antwoorden, net als hoe Japanners dat doen wanneer je tegen hen in het Engels praat. blablabla... yes yes, did you understood what I said?.... No. Verbazingwekkend zijn de Japanners eerlijk met antwoorden als ze je niet begrijpen. Tenminste als je erom vraagt. Zoeken naar een Japanner die Engels spreekt kan leiden tot erg grappige situaties:

Vinh (een Vietnamese Zweed) en ik waren op zoek naar sportclubs. Toen we het kantoor waar alle sportclubs verzameld zijn gevonden hadden sprak niemand echter Engels. We vroegen in het Japans: anata wa eigo ga wakarimasu ka? Ja, dat kon ze! Gelukkig. Wij in het Engels uitleggen wat er aan de hand was. We hadden nog maar twee zinnen gezegd toen ze gillend wegrende. Heel grappig wanneer Japanners elkaar naar voren duwen... elkaar aankijkend: jij kan toch Engels? Vervolgens stond een student ons te woord die bij de gedachte van de Engelse taal het al spaansbenauwd kreeg. Heel warm was het niet, maar de arme jongen zweette alsof hij binnen enkele minuten geslacht zou worden. Uiteindelijk zijn we in het Japans overgegaan. Conclusie: hun Engels is nog, nog slechter dan ons Japans.

Het leven in de dormitory. In onze 'flat' leven alleen kerels. Dus het is heel erg gezellig. Gelukkig komt eens per week de schoonmaker langs om de boel even op te beuren, anders was het er geheid een puinhoop geweest. Japaners zijn hele schone mensen, waarschijnlijk is onze flat de meest bevuilde plek van de hele stad, de vuilnisbelt niet meegerekend. Alle kookapparatuur is oud, maar werkt goed. Zeker het gasfornuis, dat eigenlijk geen fornuis is maar beter een gasbrander genoemd kan worden. Gevolg: als het moet is je eten binnen twee minuten gaar. Het blijft dan wel aan de pan plakken, vooral ongeschikte pannen met een dunne bodem. Nog een geinige bijkomstigheid is dat de vloer, ondanks dat er elke week gedweild wordt, erg plakt. De kunst is om niet te lang op dezelfde plek te blijven staan... anders moet je je schoenen uitdoen. Of blijven staan totdat je een ons weegt. Maar al dit irriteert me niet. Over het algemeen is alles schoon, althans naar mijn idee. Het kan smeriger, laat ik het daarbij houden. Elke week is er ook kitchen duty, met een schoonmaaklijst met wat er allemaal gedaan moet worden. Echter is de betekenis van kitchen duty door ons veranderd. Elke dag, na een zware dag in de studieboeken, verzamelen we om acht uur in de keuken op de tweede etage om met elkaar bij te praten, afspraken te maken, maar vooral om bier te drinken.

maandag 6 oktober 2008

o-cha

Dag allemaal. Ik heb het een en ander veranderd in de instellingen en nu kunnen ook anomieme mensen een reactie plaatsen op mijn weblog. Registreren hoeft dus niet meer. Twee weken geleden, ongeveer, ben ik samen met Ewout de stad ingegaan, het centrum. Aldaar kwam ik een Japanse vrouw in kimono tegen. Van een jaar of zeventig. Ik vroeg of ik een foto van haar mocht nemen, wat mocht en na wat gepraat te hebben nodigde ze ons uit om thee te drinken. Heel erg leuk. Ze nam ons mee naar een moderne flat waar we genoten hebben van o-cha, groene thee. De warme thee variant is werkelijk niet te drinken, maar de koude o-cha was goed te doen. Natuurlijk durfde ik dat niet te zeggen. Het was een beetje ironisch om in een hypermodern appartement, ook modern ingericht, met een traditioneel geklede vrouw, traditionele thee te drinken.

Nu doet dan toch de herfst zijn intrede in Osaka. De bladeren van de bomen verkeuren, uitteraard net als in Nederland, wat een fraai gezicht opleverd. Toen ik aankwam in Osaka was het ongeveer dertig graden celsius, wat nu gedaald is naar iets boven de twintig. Al met al ben ik blij dat ik toch nog korte broeken meegenomen heb.

woensdag 1 oktober 2008

Een stad vol grote beloftes

Ohayo gozaimasu Nederland. Na urenlang verdwaald te zijn geweest in het ondergrondse leven van Osaka. Plus nog een uur lang verdwaast rondgefietst te hebben op de campus...waar is mijn faculteit ook al weer... Heb ik dan toch nog een plekje kunnen veroveren achter de computer. Ben vanochtend om 11 uur de deur uitgegaan en nu is het vijf uur. hmmm, misschien binnenkort toch maar eens een plattegrond aanschaffen.

Osaka, de stad is opgebouwd met beton. De stad zit systematisch infrastructureel gezien slecht in elkaar, en ook aan politieagenten ontbreekt het niet. Vorige week trachtte ik de universiteit te vinden en ging vastberaden met de fiets op stap. Bijna bij de campus aangekomen wordt ik aangehouden door de Japanse gestapo - konnichiwa, hallo. De agent begint te spreken...ik snap er geen bal van... hij zegt wakaranai (de normale manier voor zeggen dat ik het niet begrijp, hij gebruikte niet eens de masu-vorm, beleefde vorm... dus ik zeg: wakaranai. In ieder geval werd mijn fiets gecontroleerd of hij niet gestolen was, want joh in ben toch een gaijin, een buitenlander - en alle westerlingen zijn criminelen...of spionnen. En daarna mocht ik weer verder. In totaal nam dit zo een ruim kwartier in beslag. Ik vroeg nog aan de agent, in het Japans - Engels kon hij niet: je hebt het zeker niet zo druk. Jawel was het antwoord, isogashii, heel druk. Toch een zware baan, politieagent, in een drukke stad als Osaka.

Maar goed Osaka, de stad die opgebouwd is uit beton, letterlijk eigenlijk een en al beton is, wordt toch gesierd met een overvloed aan groen en mooie innovatieve gebouwen. Zeker in het centrum van de stad zijn veel hoge gebouwen te vinden, veel winkels, nog meer winkels en ontelbare eetgelegenheden. Tevens loopt er een drukke straat door het centrum dat eigenlijk geen straat genoemd mag worden, maar beter getypeerd wordt met het woord: arcade hal. Ik blijf nog steeds gek opkijken wanneer er een bijnabejaarde kerel een gamehal uit gelopen komt. Zeker pachinko is erg pupulair. Men neme een apparaat, gooit hier ongeveer een miljoen balletjes in, en als er weer balletjes uitkomen heb je geluk, dan kan je verder spelen, anders moet er nieuwe balletjes aangeschaft worden. Dit alles gebeurd in ongeveer dertig seconden. Overigens ook niet goed voor het gehoor, pachinko, dat gepaard gaat met een enorm kabaal. Je bent namelijk niet alleen aan het spelen, maar met ongeveer honderd anderen. Echt heel typisch.

zondag 28 september 2008

nu: bijna twee weken later

hallo, welkom op mijn weblog

Ik had verwacht eerder een weblog te kunnen starten, maar dit ging niet zo snel als dat ik verwacht had. Ik heb geen zin om de hele reis te beschrijven vandaar dat ik nu even probeer op te sommen wat mijn bevindingen zijn aan de andere kant van de wereldbol: Japan. Ten eerste, bijna niemand spreekt hier Engels, wat nogal tot vreemde situaties kan leiden. Om hun slechte taalvaardigheid te compenseren zijn de Japanners uiterst behulpzaam, wat in sommige situaties aardig van pas kan komen. Soms zijn ze zelfs te behulpzaam. Ze leggen de weg niet een keer uit, maar wel vier keer achter elkaar, in een enkel geval lopen ze zelfs helemaal met je mee.

Osaka is een vrij grote stad, met nog redelijk veel groen, slecht drinkwater (volgens mij is het chloorgehalte nog hoger dan in de Nederlandse zwembaden) en veel openbare wc's. Wat aardig van pas kan komen. Opmerkelijk is het leven onder de grond. Bij elk metro station is een shoppingcentre te vinden - onder de grond - waar de Japanner uitgebreid nog een broodje kan gaan eten of nog eens uitgebreid kan gaan shoppen. Overigens is hier in Osaka nergens een tekort aan winkels en eetrestaurants of eetcafes. Het ondergrondse gebeuren is zelfs zo groot dat het wel een kwartier kan duren voordat je uiteindelijk je bestemming bereikt: de metro. Er is ook een zekere kans aanwezig dat je de metro nooit zal vinden.

Voor een geeikte samenleving als de Japanse dragen de mensen in Osaka erg vreemde kleding. De mode hier is geniaal. Juist omdat niemand het ook maar in zijn hoofd haalt dit in Europa te dragen. vrouwen, eigenlijk zijn alle Japanse vrouwen kleine meisjes - niet alleen door hun lengte, ze zien er gewoon (te) jong uit - dragen soms bij vijfentwintig graden nog een muts op. Een Japanse met een blote buik zal je niet tegenkomen. Daartegenover staat dat er veel lopen in hotpants, ofwel hele korte rokken. Ze dragen hier ook veel kniekousen en hoge laarzen. Hoe extravagant de vrouwen er ook bij kunnen lopen, ik denk dat de Japanse kerel toch zegeviert in de strijd: hoe kan ik het beste mijn omstanders shockeren. Sommigen dragen skinnyjeans met puntlaarzen, geniaal, vaak hebben ze een net overhemd aan of een t-shirt met Engelstalige tekst erop, die ze waarschijnlijk niet zelf kunnen lezen, en om alles perfect te maken imiteren velen het haar van hun ideale animefiguur (Japanse tekenfilmfiguren).

Tot slot nog even een aantal typerende observeringen. Bijvoorbeeld de seksindustrie. Als ik mocht werken in de prostitie (wat ik niet mag als buitenlandse student, bij de orientatiedag werd daar nadrukkelijk op gewezen) zou ik waarschijnlijk bakken met geld verdienen. Er zijn zogenaamde love hotels, waar men voor een bepaalde themakamer kan kiezen. bijvoorbeeld een Hello Kitty bondage room of een soort van kindergarden-themakamer-met-een-aparte-speelhoek-voor-mevrouw. Heel frappant. Zo ook zijn er restaurants met topless serveersters waar je een boobs rub coffee kan bestellen. Helaas heb ik geen van allen tot nu toe nog bezocht. Ondanks dat de Hello Kitty bondage room wel erg lonkt. Dus ma en pa, als Simone nog langskomt in februari weten jullie vast en zeker waar wij onze tijd gaan doorbrengen.