vrijdag 11 maart 2011

Aardbeving

Altijd al een aardbeving mee willen maken? Eenmaal meegemaakt ben je snel genezen. Ik zat te werken op kantoor toen de kamer zachtjes begon te schudden. Ik had al vaker een kleine aardbeving meegemaakt dus maakte me geen zorgen. Het schudden hield echter niet op en werd steeds erger, zo erg had ik het tot nog toe niet meegemaakt, dacht ik bij mezelf. Tegelijkertijd keek ik naar de veiligheidshelm in de nabijheid van mijn bureau, bedoeld voor aardbevingen, maar achtte de beving niet serieus genoeg. Na een tijdje moest ik mijn PC vastpakken wilde ik niet dat hij omviel, en nog ging er bij mij geen belletje rinkelen. Schilderijen bleven hangen op hun plaatsen, de rest bewoog mee op de ritme van de beving (of van de schokdempers onder het gebouw). Pas veel later begreep ik dat ik geluk had gehad. Ik had in principe de gele veiligheidshelm moeten pakken en onder het bureau moeten gaan zitten, 'duck and cover'.

Onderweg naar huis bleek ik niet de enige. Treinen reden niet - nog steeds niet overigens -, bussen staan stil, veel mensen moeten lopend naar huis. Rond dit tijdstip is het nog nooit zo druk geweest op deze plek, het lijkt hartje Shibuya. Onderweg klinken de sirenes die een komende tsunami aankondigen. Boven hoor je het geklop van helikopterbladen. Voor mij geen gevaar dacht ik nog, maar pas bij thuiskomst realiseerde ik me bij het zien van het nieuws de werkelijke gevolgen van de vloedgolven. Zelf ben ik op de fiets en constateer dat sommige wandelaars al wandelend foto's maken van Tokyo Tower. Je ziet nog eens wat als je gedwongen bent je te verplaatsen met de benenwagen. Aangekomen bij het stoplicht raak ik aan de praat met een motorrijder. Ook hij leek geschrokken, maar blij te zijn het te hebben overleeft. 'kowakatta', het was inderdaad best eng.

Eenmaal thuis aangekomen doe ik de deur open en zie ik wat voor schade een aardbeving aan kan richten, al had het velen malen erger kunnen zijn. Ik word gestoord door een contant gepiep, de koelkast staat open, evenals de keukenkasten. Flessen drank vallen bijna naar beneden, de gootsteen is een grote puinhoop. Even later blijken veel schalen en koppen gesneuveld. Gelukkig zijn al mijn vrienden tot dusver ongedeerd, het geplande etentje en het stappen gaan vanavond niet door. De grote aardbeving is over, maar om tien minuten schrikt de aarde even op - naschokken. Naschokken zijn als donderslag, je weet dat het echte grote gevaar geweken is, hoewel nog steeds gebouwen die de eerste schok op een haar na overleefd hebben toch nog in elkaar kunnen klappen, maar je voelt je er toch niet fijn bij.

zaterdag 5 maart 2011

Tokyo Tower

Ik sta te wachten in de rij om Tokyo Tower te 'beklimmen' samen met Rin, een meisje dat ik nog ken uit Osaka. Tijdens het wachten draait een van de twee schoolmeisjes die voor mij staan zich om, lacht en zwaait. Als in een comedy draai ik me om en zie niemand staan... ik ben het doelwit - en had dit kunnen weten. Na deze kleine constatering kijk ik ze aan en vraag in het Japans of ze mij bedoelen. Geheel niet verrast - of onder de indruk - van het feit dat ik, een buitenlander welteverstaan, een beetje Japans spreek, antwoorden ze met 'natuurlijk bedoelen we jou'. Tevens zeggen ze dat zij uit Kyushu komen, Japans meest zuidelijke van de grote vier eilanden, en vandaag (herstel) , vanochtend zijn aangekomen in Tokyo en heel erg blij zijn hier te zijn - dit alles vergezeld met een schattige uitdrukking op hun gezicht, uitstraling van Japans enthousiasme en een brede glimlach. Vergeet hier even niet dat beide dames de moed hebben gehad rechtstreeks een buitenlander aan te spreken. Ik vertel hen dat het meisje dat naast me staat ook uit Kyushu komt, de wereld is klein. Ze kijken weer om, zien dat hun ouders al naar binnen gaan en roepen 'mata ne', tot ziens, glimlachen, en weg zijn ze. Als Japanners mij verrassen zijn het altijd kinderen. Zij zijn nog niet geketend aan conventies en traditionele verplichtingen, spontaan, direct en oprecht. Even geen matglas of dubbele bodems, maar kraakhelder. Net zoals beschreven in Hiromi Kawakami's Kamisama (God). De beer zegt (dat in mijn verbeelding altijd een ijsbeer is, hoewel dit niet zo is): 'chisai hito wa jaki ga nai desu ne', (grove vertaling: De kleintjes... er zit geen greintje slechte wil in hen, is het niet?)