maandag 20 april 2009

weer eens een berichtje

Graag wil ik iedereen bedanken die een kaartje heeft gestuurd voor mijn verjaardag of op een andere manier mij met mijn verjaardag gefeliciteerd heeft, hetzij per sms, mail, facebook, hyves, skype e.d. Verder wil ik iedereen bedanken voor eventuele financiële toelagen en/of andere traktaties. Ook tante Marja heel erg bedankt voor de lekkere drop, die ik al helemaal opgegeten heb en moeders bedankt voor de heerlijke olijven, die, je raad het vast niet, al -indirect- in de wc-pot verdwenen zijn. Omdat ik op dit moment helemaal niets terug kan doen tracht ik jullie te verwennen met mijn sappige verhalen over dromen die waar komen, eenhoorns, prinsen op witte paarden, vliegende tapijten, pratende bomen, eigenwijze aapjes, trollen, reuzen, Harry Potters en andere gedrochten die in werkelijkheid natuurlijk enkel te lezen zijn op weblogs op het internet.

Meest recentelijk...

Ben ik wezen 'bambooshooten'. Het woord komt nog niet in de Vandale voor, maar daar komt verandering in, het is slechts een kwestie van tijd. Wat houdt het in? Gezamenlijk met een aantal huisgenoten genaamd, Haredi (Egypte), Go-san (China) en mijn huisbazen ben ik in de wildernis van Kyoto jonge bamboo stronken wezen opgraven. Dit is nog een hele kunst. Slechts de nieuwste blaadjes zijn te zien, maar dit is slechts het puntje van de 'bambooshoot', waardoor het moeilijk is de stronken te vinden. Eenmaal gevonden kan het zorgvuldige harken en beitelen beginnen. Men begint rustig om zo weinig mogelijk te beschadigen, maar zowaar de exacte locatie bepaald is kan men los gaan als een echte rambo, met een hoogtepunt aan 'collateral damage'. Heel bevredigend. Men vroeg mij of ik dit al eerder gedaan had, zo beheerst was ik met het pikhouweel-achtige graafgereedschap, ik voelde me een samurai, een ninja, en kon de hele wereld aan, nog even en ik vroeg mezelf af: hoeveel boeddhabeeld-tochten had ik ook al weer niet overleefd? Zo moet een samurai zich gevoeld hebben in de dichte bamboobossen van het bergachtige Japan. Maar goed, het was gezellig.

Ook belangrijk!

Hiroshima

Simone kwam op visite! Natuurlijk was deze tijd heel goed besteed en heb ik heerlijk genoten. Helemaal zonder Simones wetenschap had ik een kleine trip naar Hiroshima en Miyajima georganiseerd. Voor de mensen die niet weten wat voor een plaats Hiroshima is: in Hiroshima is ten tijde van de Tweede Wereldoorlog de eerste atoombom gevallen, gevolg 200.000 doden, waaronder ongeveer 20.000 Koreanen. Maar wonderbaarlijk is de stad herrezen uit zijn as en is het nu een grote bruisende stad van niet minder dan 1 miljoen inwoners geworden. Slechts één gebouw die de atoombom overleefd heeft is niet afgebroken en wordt tentoongesteld als monument, en is zelfs werelderfgoed. En natuurlijk hebben Simone en ik deze 'dome' bekeken en waren versteld van de enorme kracht van de atoombom. Dit gevoel werd versterkt na het zien van de tentoonstelling in het atoombomherinneringsmuseum. Beangstigend, en toch heel erg interessant.

Miyajima

In de buurt van Hiroshima ligt het eiland Miyajima. Ook bekend om zijn world heritage: namelijk een hele oude shrine. Deze shrine is bijzonder omdat zijn toegangspoort in het water ligt. En met vloed voor een deel onder water komt te staan en bij eb helemaal droog staat. Naast het bezoeken van de shrine hebben Simone en ik voor de tweede keer in ons leven een berg beklommen, al was deze slechts 500 meter hoog, het gaf een spectaculair uitzicht. In de verte waren verscheidene Japanse eilanden te zien, en ook was er een fraai uitzicht over Hiroshima. Het uitzicht was de moeite van het beklimmen zeker waard.

Wakayama-ken

Niet alleen ik stond te springen om Simone in mijn armen te sluiten, ook mijn 'hostfamily' was heel erg enthousiast om Simone dan ook eindelijk te kunnen ontmoeten. Zij waren zelfs zo enthousiast dat zij ons naar mijn hostvaders geboorteplaats hadden meegenomen. Onderweg hebben we genoten van een heerlijke onsen (heetwaterbron/spa), de oudste van heel Japan, met een uitzicht over de Grote Oceaan. Na het bezoek aan de familie, de kleine broer van mijn hostvader woont nog steeds in het kleine stadje, midden in het Japanse platteland, hebben we overnacht in een luxe hotel. Met alweer een prachtig uitzicht op de bergen, de Japanse kust en de Grote Oceaan. Heel erg mooi. Ook zijn we getrakteerd op een weet-ik-niet -hoeveel gangen diner (Franse keuken). We zijn maar verwend!