zaterdag 28 maart 2009

sumo worstelen

Afgelopen vrijdag ben ik samen met mijn huisbaas, Nagano-san, Sam, Audry en Mei-ing en Go-san naar sumoworstelen geweest. Samen met Nagano-san ben ik om kwart voor zes uit mijn warme bedje gekropen om kaartjes te gaan halen in de taikan (gymnasium) in Nanba. Om half acht stonden we in de rij en kregen we te horen dat er per persoon slechts een kaartje gekocht kon worden. En er waren slechts 200 plaatsen! bij elkaar moesten we zes kaartje halen wat betekende dat we drie keer in de rij moesten gaan staan. Hoewel we ons eerst een beetje zorgen maakten, of dit ons wel zou lukken of niet, is het ons uiteindelijk toch gelukt! We hadden zogenaamde jiyuuseki, oftewel vrije plaatsen. De meest speciale plekken vooraan kosten zo ongeveer honderd euro en de gereserveerde plaatsen 40 euro. zo waren wij met onze 15 euro nog best goedkoop, hoewel we wel ver verwijderd waren van het toneel. Maar dat mocht de pret niet drukken. In het begin van de dag, wanneer de beste worstelaars nog niet aan de beurt zijn, is het nog niet zo druk in de Sumozaal, dus zijn we naar voren geslopen om toch even te mogen genieten van de echte sensatie. En het maakte een wereld van verschil. In de voorste plaatsen zijn de gezichtsexpressies van de worstelaars heel duidelijk te zien, evenals hun gigantische proportie. Je ziet het zweet op hun voorhoofd druipen, hoort de bitchslaps die ze elkaar verkopen en het gehijg na afloop van het korte gevecht. Het stereotype beeld van een sumo worstelaar is een dikke trage homp vlees, en wanneer men kijkt naar hoe zij zich bewegen is dat misschien ook zo. Echter zijn de twee beste worstelaars op het moment helemaal niet zo heel erg dik en wanneer zij bewegen is te zien dat ze toch behoorlijk gespierd zijn. Daarnaast moet je ervan bedacht zijn dat als iemand van 75 kilo, iemand als ik, een slag van een sumo worstelaar te verduren krijgt, waarschijnlijk even sterretjes ziet. Het was toch indrukwekkender dan gedacht. Daarnaast las ik dat de regels van het sumoworstelen in bijna 1500 niet veranderd zijn, evenals de eeuwenoude Japanse tradities die met het gevecht gepaard gaan. Net als 1500 jaar geleden wordt er van tevoren op de grond gestampt om de kwade kami (geesten) te verdrijven, daarna wordt er eenmaal met de handen geklapt om de aandacht van de goden te krijgen wat weer gevolgd wordt door het draaien van de handpalmen om iedereen ervan te overtuigen dat er geen wapens in het spel zijn. Er wordt zout in de ring gestrooid dat zowel de ring spiritueel reinigt als wel ontsmet. Wanneer de tradities gedaan zijn hurken de twee reuzen tegenover elkaar en kijken elkander strak aan, en als ze er beide klaar voor zijn kan het gevecht beginnen. Zijn ze er echter niet klaar voor, wat vrijwel altijd het geval is, dan worden enkele tradities herhaald, waaronder het strooien met zout, en gaan ze daarna weer tegenover elkaar gehurkt zitten. Dit herhaald zich net zo lang totdat beide worstelaars klaar zijn om een korte strijd te leveren. Gelukkig is er een tijdlimiet van 4 minuten (die er vroeger helemaal niet was), anders zou het misschien uren kunnen duren voordat de strijd, die slechts enkele seconden kan duren, geleverd wordt.

zaterdag 21 maart 2009

het groene gras

Of je hebt een witte huid, grote ogen, misschien blond haar en lange wimpers, of je huid is geel, je hebt kleine ogen, die altijd zwart of bruin zijn en zwart haar. In Europa betalen mensen zich groen en geel aan dure zonvakanties om later met hun gebruinde huid bij de buren te pronken, in Japan poederen de vrouwen hun gezicht wit. In het Westen zijn veel Aziaten populair bij het tegenovergestelde geslacht vanwege hun anders-zijn of juist omdat ze spleetogen hebben. In Japan, China en Zuid-Korea doen mensen oogoperaties om hun ogen groter te laten lijken. Ik wist dat het bestond, maar had er nooit stil bij gestaan totdat Vinh mij erop wees 'weet je waarom veel Japanse scholieren met een 'piratenlapje' rondlopen?' 'Om piraatje te spelen?' ' zij hebben net een oogoperatie ondergaan'. In Nederland hebben veel kinderen zoiets wanneer zij een lui oog hebben, in Japan is het dus waarschijnlijk veelal het gevolg van een ooglid 'correctie'.

Ook merk ik het bij mezelf. Ik vind mijn dikke-stugge-peper-en-zout-kleurige haar maar niks. Zou ook best een kleinere neus willen hebben, ook vind ik spleetogen niet lelijk. Van iemand met wie ik samenwerkte in een restaurant, die altijd zijn haar bruin kleurt, kreeg ik te horen dat hij jaloers was op mijn haarkleur, zelfs op de hoeveelheid van mijn haar. Een Japanse vriendin was helemaal gek van mijn wimpers. Heh? wimpers, zijn mijn oogwimpers lang dan? Verrek, Japanners hebben bijna geen oogwimpers. Ook zijn meeste jaloers op mijn blauwgrijze ogen.
----Mijn gedachten gaan dan helemaal terug naar de begin van de Edo-periode (16nogwat-1868). Hoe zouden Japanse mensen hebben gereageerd toen zij voor het eerst iemand zagen met blauwe ogen, blonde haren, grote ogen en lange wimpers?--- en zelfs mijn vooruitstekende grote neus is populair als ik het verhaal moet geloven van een oude vrouw, genaamd Noriko, wie ik Engelse les geef. Japanners hebben bijna altijd een platte neus. Laatst was ik met een vriend uit Singapore (Chineese afkomst) in de openbare badplaats aan het baden toen ook dit onderwerp ter sprake kwam. Hij zei: 'The grass is always greener on the other side'. Vanzelfsprekend had ik dit gezegde wel eens vaker gehoord, maar nu werd ik me ervan bewust dat deze stelling niet enkel bij het voetbal opgaat.

donderdag 5 maart 2009

De schaduwzijde van Japan

Ook Japan kent zijn nadelen. Te beginnen met de noeste arbeid die vele Japanners moeten leveren in naam voor het collectief. Met name de befaamde 'salarymen' hebben het zwaar te verduren. Hun leven bestaat met name uit vroeg opstaan, vaak met steun van de huisvrouw, vroeg beginnen met werk - voordat de baas het bedrijf binnenstapt natuurlijk - tot laat op het werk blijven, en veel alcohol drinken, en dan uiteindelijk, laat, in dronkenschap, natuurlijk niet altijd, maar zeker in het einde van de werkweek, thuiskomen. Dit vijf dagen in de week, zodat ze in het weekend wellicht niet veel meer kunnen doen dan slapen, voor de tv liggen, en heel misschien ook nog wat tijd met de kinderen doorbrengen. Waarschijnlijk is dit dan wel het meest onwerkelijke, en meest overdreven voorbeeld, maar het gebeurt wel, en komt in een waarschijnlijk iets mindere vorm veel voor. Het gerucht gaat dat de ' salarymen' zo slechts 2 uur gemiddeld per week tijd voor hun kinderen hebben. Dat lijkt mij niet heel erg veel. Een van de schokkendste karakteristieken die men kent is waarschijnlijk de openbare dronkenschap. Het is heel erg curieus dronken volwassen mannen te zien liggen in het gangpad van de trein. Of wanneer je de trein uitstapt een man ziet liggen in de trein, keurig in pak, zijn hoofd uitstekend naar buiten om vlug even in de tussenstop op Kishibe (treinstation) te vomeren. Ik was van plan een lekkere snickers voor de terugweg te kopen, maar heb daar toch vanaf gezien.

Tevens heb ik de werksfeer nu ook zelf aan den lijve ondervonden. Ik werk namelijk sinds twee maanden part-time in een Japanse pizzeria. Heel erg smakelijk. En eindelijk ben ik getuige dat ook Japanners gewoon mensen zijn. Dus niet altijd vriendelijk, gastvrij of gebogen onder de Japanse conventies (zoals de tatemae-honne -masker en ware gevoelens - conventie, die de harmonie in de samenleving moet waarborgen). Te beginnen - en te eindigen - met mijn tenchou (manager/baas). Nog nooit heb ik een dergelijke beklagenswaardig, arrogant stuk verdriet gezien. Met helemaal geen gevoel voor taal en werkelijkheid. Nu weet ik dat ook de horecamanagers in Nederland vaak niet de liefsten zijn, en deze past zeker in dat rijtje. Maar goed, zo heb ik nu met eigen ogen gezien dat ook de Japanse bevolking bestaat uit waarlijk vriendelijke mensen en gedrochten. Meeste van mijn collega's, meestal ook studenten, vinden de tenchou ook een loser, streng of allicht een beetje vreemd, of ik citeer: 'He's crazy, fucking crazy'.

Daarnaast zijn er ook nog de ouderen van de samenleving. Omdat in Japan alles zo goed is georganiseerd, is gedisciplineerd en is geregeld, moet een bepaald deel van de oudere bevolking een baan zoeken naast hun uitkering. Willen ze nog eens een uitstapje willen maken. En die baan is voornamelijk gericht op de veiligheid van de maatschappij: Op een fluitje blazen als een bus achteruit gaat bijvoorbeeld, of het verkeer regelen op een kruispunt met stoplichten. Ook de mensen die op de Universiteitscampus de fietsen in het gareel houden, en af en toe een bemoeizuchtige tuchtende opmerking maken zijn meestal oude mannen die voor de grap moeten bijverdienen in de Japanse kou, of klamme vochtige zomers. Wat ze hun eigen bevolking al wel niet aandoen.

In Nederland geeft iedereen de indruk dat regels bestaan om de overheid geld in het laadje te brengen. Op zich zit daar een zekere bron van waarheid in, maar Nederland erkent gelukkig wel het gezegde, uitzondering op de regel, of neemt men neemt in Nederland de regels niet zo nauw, zoals bijvoorbeeld het Nederlandse drugsbeleid. In Japan is dit niet zo. Er zijn geen uitzonderingen, er is geen tolerantie, voor de meest belachelijke redenen moet men een lang gesprek voeren met de buurtpolitie. Dit alles om de harmonie te bewaren. Een mooi voorbeeld. Ik wil mijn fiets parkeren op de parkeerplaats van de supermarkt, omdat deze gratis is. Ik denk, Ik arme student, hoef dan geen geld te betalen voor de stalling en mag dit best doen. Ik til mijn fiets zachtjes over het hek, het was nog vroeg, zowaar was de parkeerplaats noch de supermarkt geopend, stapte weer op mijn fiets aan de andere kant van het hek om mijn fiets op de fietsparkeerplaats te parkeren. Maar helaas. Algauw kwam er een bejaarde opa al schreeuwend en wijzend aangerend om mij wel alstublieft te verzoeken niet mijn fiets hier te parkeren, maar op de daarvoor speciaal gemaakte prijzige fietsenstalling. Uiteraard wel bewaakt. Maar, voor een keertje dan... Nee geen uitzonderingen. Dit is ook een van de reden waarom ik een hekel heb aan NS personeel met name treincontroleurs, die zijn ook zo muggenzifterig (maar ook hier zijn er uitzonderingen op de regel natuurlijk).

Uiteraard heb ik ook wat positiefs te melden. Ik ben namelijk verhuisd. Helaas naar een ietwat duurdere stek, maar dat mag niet baten. Eerst woonde ik in een jaren '60 stijl flat met een vieze keuken, kleine betonnen kamer, hard matras, razendsnel internet en gezellige studentensfeer en nu woon ik in een Japans huis. Dat wil zeggen koud, er is een WC zonder stoel, ook wel beter bekend als een Franse toilet die je vaak aantreft bij restaurants langs de weg richting Zuid-Frankrijk en een gemeenschappelijke kamer met High definition breedbeeld televisie. Alles heeft zo zijn voor en zijn nadelen. Ook mijn mede bewoners zijn allen buitenlandse studenten, nu 4 andere, later waarschijnlijk 8, en heel erg vriendelijk en gastvrij. Ze spreken allen Japans, bij de meeste van hen is het hun Major, ik ben de slechtste, maar dat creeert kansen. De locatie is echter wat minder, maar ook weer wat beter. Het is slechter in de zin dat het erg ver weg is van Osaka, het centrum, maar het is beter aangezien de omgeving mooier is. Ik woon nu dicht bij de bergen, tegen de bergen aan eigenlijk, wat maakt dat ik nu wat meer puisten van bergen moet beklimmen, en in de zomer wordt de nabije omgeving waarschijnlijk gesierd met rijstbouw. Erg speciaal, denk ik. het is dichter bij de universiteit, zeker bij minoo campus, maar weer verder van mijn part-time job. Of zoals de Japanners zeggen beito, of strikt genomen, arubeito. Dan hebben de Duiters toch nog ergens invloed op. Ik ben goed opgevoed, dus heb mij ook gelijk voorgesteld aan de wijkpolitie. Het is niet te geloven, maar ik woon nu net 5 dagen in een nieuwe stad - Minoo-shi, i.p.v. Suita-shi, waar de studentenflat zich bevond - en ik ben nu al staande gehouden door de buurtpolitie... fietscontrole. Gelukkig spreek ik nu al een stuk beter Japans zodat ik in een rap tempo kan vertellen van wie de fiets is, waar de wettelijke eigenaar hem gekocht heeft, hoe lang hij hem in zijn bezit heeft gehad, wanneer ik hem overgekocht heb, waar het licentiebewijs is, of de fiets wel eens een lekke band heeft gehad en waarom mijn bel het niet meer doet. Hij maakt aantekening in zijn nootblok, juu rii aannn adoomiiraaruuu. juist. Meneer de agent ook weer blij, heeft hij ook weer eens wat te vertellen bij de buurtpolitieevaluatie die avond. Ik vroeg al, jij kent mij nu he dus je gaat me niet meer lastig vallen he??? Nee, zal niet meer gebeuren. Waarschijnlijk was ik die avond the hot topic van de evalutie!! Ik hoor hem al zegggen: ' mochten jullie een gaijin (buitenlander) met blauwe ogen, rode fiets, een zwart mandje, een kapotte bel, en een zadel van het merk Kishima voorbij zien fietsen dan weten jullie wie dat is: Julian Admiraal, beware!

Daarnaast gaan mijn werkzaamheden als Julian-sensei ook gewoon door. Dat wil zeggen Engels conversatieles geven aan een bejaarde oude vrouw, van weet ik niet hoe oud. Ze heeft de Tweede Wereld Oorlog nog bewust meegemaakt, dus ik schat haar rond een jaar of 80. Ze wilt niet dement worden, daarom wilt ze graag haar Engels onderhouden, zowaar verbeteren. En tot mijn verbazing, voor een Japanse doet ze helemaal niet onder aan de Japanse highschool kinderen of zelfs studenten. Zelfs diegenen met een Major Engels. Ze betaald veel te goed en trakteert me ook nog wel eens op eten. Ik ben gelukkig. Tijdens het eten eist ze dat ik mijn Japans oefen door Japans met haar te spreken, wel erg grappig. Daar wilt ze natuurlijk geen geld voor hebben. Ik heb haar daarom maar stroopwafels gegeven.