dinsdag 21 oktober 2008

Obachans en Japanse punktlichkeit

Eerst een reflectie van Ome Henk's aanbeveling. Tot nu toe heb ik alleen nog maar gezeurd over het Japanse voedsel dat me niet zo ligt, maar er zijn ook gerechten uit de Japanse keuken die bijzonder smakelijk zijn. Te beginnen met okonomiyaki. Soort van groente-ei baksel besmeurd met sojasaus en... mayonaise! okonomiyaki betekent letterlijk, wat jij wilt. Dit moet echter niet te letterlijk genomen worden. Men kan een bepaalde vleessoort of vis kiezen die dan aan het baksel worden toegevoegd. meestal neem ik ebi, gamba's. Met name de manier van eten is erg interessant: je zit met zijn alleen rondom een kookplaat, waar jouw baksel op geplaatst wordt, steeds haal je er met een spatel - een soort plamuurmes -  een stukje vanaf om dat vervolgens op te eten. Op deze manier blijft het eten lekker warm. Een ander overheerlijk gerecht is tempura, gefrituurde groenten en gamba's, erg lekker. Genoeg over de Japanse keuken, op naar Genji World, gelegen in Kyoto, waar ik afgelopen zaterdag rondgeslenterd heb.

Masato, Vihn en ik hadden ons aangemeld voor een trip naar een oude tempel en het Genji museum. The tale of Genji is de oudste roman ter wereld. Helaas bestaat het origineel niet meer, maar geschat wordt dat deze in 1008 geschreven is. Het is een verhaal over onmogelijke liefde, geschreven door een vrouw, wat niet opmerkelijk was in de Heian periode. De Heian-periode werd gekenmerkt door een ongekende culturele bloei. Van vrouwen werd verwacht dat deze binnen bleven, mannen mochten hen enkel bezoeken wanneer zij of hun man waren of een minnaar. Veel contact tussen beide seksen was er niet, soms zagen zij elkander enkel als ze seks hadden. Voor veel vrouwen was de enige contact met de buitenwereld te bereiken door middel van het schrijven van gedichten en verhalen. In deze toestand is Tale of a Genji geschreven, door een vrouw. Eigenlijk was schrijven het enige wat vrouwen mochten doen, die goede oude tijd.

Maar goed, de vrouw die de roman geschreven heeft woonde in een van de keizerlijke paleizen. In een heel mooi gebied in Kyoto, dus zeker de moeite om even naar toe te gaan. We gingen samen met 30 andere beeldschone vrouwen en mannen, allen Japanners, van een gemiddelde leeftijd van 60 en 15 andere studenten. het was heel gezellig. De oudere meute was van een organisatie die de internationale culturele relaties wil verbeteren en contacten verder wil uitbreiden. Ze spraken bijna allemaal een soort van Engels, dus er was geen communicatieprobleem. Tijdens de busrit werd ik gewaar van de Japanners en hun heilige gevoel voor boekhouding en schema's. We werden ingedeeld in groepen, elke groep had een groepsleider, en kregen een naamkaartje, met onze groepsnummer erop. Dit was slechts het begin van de strikte discipline die gevolgd moest worden. In de bus kreeg iedereen zijn plek toegewezen en oh wee als je verkeerd zat. Dan moest en zal je op de goede plek gaan zitten. Alles moest kloppen volgens het heilige schema, heel erg grappig om te zien. Deze mensen lokten het gewoon uit om voor de gek gehouden te worden, wat ze meestal na een paar minuten doorhebben en dan helemaal dubbel lagen van het lachen. Nog grappiger te zien was de paniek die er heerste wanneer we bewust onze groep kwijt waren. djurian-san wa doko desu ka(waar is julian?)... PANIEK! had even 'per ongeluk' te lang op de wc gezeten. Hilarisch. Na het bezoek aan het Genji museam zijn we naar een wiskeybrouwerij geweest - Suntory Time. Ook dit was gezellig, met name de proeverij.

woensdag 15 oktober 2008

Nara en Kyoto, bambi's en rauw voedsel

Afgelopen weekend ben ik naar Nara en Kyoto geweest. Twee plaatsen die dicht bij Osaka liggen. Nara en Kyoto worden beide gezien als het culturele centrum van Japan, veel ook Japanse toeristen komen af op deze stek, die zeker de moeite waard is. Nara is minder groot dan Kyoto, en staat bekend omdat de stad een van de grootste houten tempels ter wereld huisvest, met een enorme boedha erin. Erg mooi om te zien. Kyoto was, voordat Edo (Tokyo) haar positie overnam, de hoofdstad van Japan, en daarom door zijn culturele tradities een bijzondere stad. Tevens wordt Kyoto omringd door een prachtig natuurgebied. Waar ik van het weekend doorheen gewandeld heb.

Nara. na een uur lang gereisd te hebben zijn we met een hele groep jongens en meisjes, allemaal uit verschillende landen, in de plaats Nara aangekomen. Heel bijzonder is deze plek niet. Veel mensen, vooral Japanse toeristen, trekken naar deze stek om bambi's te voeren. Zo waren ook veel mede studenten gecharmeerd van de rendieren, of wat het ook moge wezen, die in het 'natuurpark' vrijlijk rond de mensen heen lopen. Men kan er speciale koekjes voor 150 yen, iets meer dan een euro, kopen om deze aan de lieve diertjes te geven, die door hun verwende opvoeding aardig aggressief kunnen worden. Affijn, ik geef zelf helemaal niks om de beesten, immers in Nederland zijn ze ook te vinden. Heel bijzonder is het niet. Ik zat maar te wachten op de grote boeddha, de main attraction van Nara. In mijn ogen dus ook de enige. De 1300 jaar oude houten tempel waar de Boeddha gehuisvest is, was prachtig. Heel fraai. Toen ik las dat deze tempel een van de grootste in de wereld was geloofde ik dat meteen. Uiteindelijk was de lange dag, wat gepaard ging met heel veel lopen, de moeite en het geld waard geweest. Openbaar vervoer in Japan is op eerste gezicht niet goedkoop. eigenlijk net zo duur als in Nederland. Maar dan wel een stuk gebruiksvriendelijker. Ik heb weinig ingewikkelde infrastructurele logistieke middelen zo goed zien werken. Nu stop ik, want het openbaar vervoer in Japan wordt al genoeg de hemel in geprezen. Niet voor niets, aldus mijn ervaring.

Nara was een erg leuke stad, zeker opmerkelijk vanwege de stilte en toerisme, die beide niet zo veel te vinden zijn in Osaka. Kyoto op het eerste gezicht lijkt een stuk meer op het Japan van hoe ik dat gewend ben in Osaka. Nu heb ik eigenlijk niet veel gezien van Kyoto, enkel de prachtige natuur om de stad heen. Het brothers en sisters program van de universiteit van Osaka, geleid door een stel opgewekte, aardig Japanse studenten, die graag Japan willen laten zien aan internationale studenten, had een hikingdag georganiseerd in Kyoto. De animo was groot, zo ook was ik erbij^^. Van deze beslissing heb ik geen moment spijt gehad. De natuur die ik voorgeschoteld kreeg was mooi, zeker nu de herst nadert... herst, eerder nazomer. In het midden van het berglandschap lagen verscheidene tempels die ik na een lange klim kon bezoeken. Erg interessant, die Shintoistische tempels en hun gebruiken.

Na het bezoek aan de natuur ben ik met anderen rauwe vis, oftewel o-sushi, gaan eten in Kyoto... bleh. Zelfs na het proberen van verscheidene soorten blijf ik erbij, rauwe vis is ranzig. Een Duits-Japanse vriend, schotelde me een sushi voor met rauwe tonijn en een rauwe dooier. Ik heb het in zijn geheel naar binnen gewerkt, maar kon het slechts met de grootste moeite door mijn strot heen krijgen. Bij de gedachte alleen al krijg ik kokhalsneigingen. Nee, dit is niet mijn favoriete Japanse gerecht. De dag na deze overheerlijke Japanse verwennerij kreeg ik in een ander restaurant een ander gerecht voorgeschoteld. Udon (soort van noodle, dik had ik al eens eerder gegeten en beviel me goed) met ei en... weet ik veel wat nog meer. Toen ik de eerste hap nam kwam ik tot de constatering dat het koud was. Het was een koud gerecht. Verschrikkelijk, ook deze kwam niet op de lijst met meest heerlijke gerechten, eerder op de lijst met try before you die. Beter gezegd, try and die. Inderdaad het overheerlijke eitje dat bij de Udonsoep zat was halfrauw. Een overheerlijke Japanse gewoonte, rauw ei. Mij niet gezien.

vrijdag 10 oktober 2008

hard studeren

Een van de hoofdredenen om naar Japan te gaan was om kennis te maken met de Japanse cultuur en hopelijk, in een half jaar tijd Japans te leren. Met name de laatste van de twee is heel erg moeilijk. Ik studeer nu al ongeveer zes maanden Japans, niet heel inspannend, maar toch eens per week, maar wanneer twee Japanners met elkaar praten kan ik er nog geen touw aan vastknopen. In principe kan ik tegen iedereen zeggen wat ik wil, of dat duidelijk maken, echter het antwoord versta ik in veel van de gevallen niet. Ze praten zo snel dat ik slechts het eerste deel -lees het eerste woord - van de zin versta, zodat ik minimaal drie keer moet vragen om de zin te herhalen. Daarna om het wat rustiger aan te doen. Meestal doe ik alsof ik het versta door enkel hai, hai te antwoorden, net als hoe Japanners dat doen wanneer je tegen hen in het Engels praat. blablabla... yes yes, did you understood what I said?.... No. Verbazingwekkend zijn de Japanners eerlijk met antwoorden als ze je niet begrijpen. Tenminste als je erom vraagt. Zoeken naar een Japanner die Engels spreekt kan leiden tot erg grappige situaties:

Vinh (een Vietnamese Zweed) en ik waren op zoek naar sportclubs. Toen we het kantoor waar alle sportclubs verzameld zijn gevonden hadden sprak niemand echter Engels. We vroegen in het Japans: anata wa eigo ga wakarimasu ka? Ja, dat kon ze! Gelukkig. Wij in het Engels uitleggen wat er aan de hand was. We hadden nog maar twee zinnen gezegd toen ze gillend wegrende. Heel grappig wanneer Japanners elkaar naar voren duwen... elkaar aankijkend: jij kan toch Engels? Vervolgens stond een student ons te woord die bij de gedachte van de Engelse taal het al spaansbenauwd kreeg. Heel warm was het niet, maar de arme jongen zweette alsof hij binnen enkele minuten geslacht zou worden. Uiteindelijk zijn we in het Japans overgegaan. Conclusie: hun Engels is nog, nog slechter dan ons Japans.

Het leven in de dormitory. In onze 'flat' leven alleen kerels. Dus het is heel erg gezellig. Gelukkig komt eens per week de schoonmaker langs om de boel even op te beuren, anders was het er geheid een puinhoop geweest. Japaners zijn hele schone mensen, waarschijnlijk is onze flat de meest bevuilde plek van de hele stad, de vuilnisbelt niet meegerekend. Alle kookapparatuur is oud, maar werkt goed. Zeker het gasfornuis, dat eigenlijk geen fornuis is maar beter een gasbrander genoemd kan worden. Gevolg: als het moet is je eten binnen twee minuten gaar. Het blijft dan wel aan de pan plakken, vooral ongeschikte pannen met een dunne bodem. Nog een geinige bijkomstigheid is dat de vloer, ondanks dat er elke week gedweild wordt, erg plakt. De kunst is om niet te lang op dezelfde plek te blijven staan... anders moet je je schoenen uitdoen. Of blijven staan totdat je een ons weegt. Maar al dit irriteert me niet. Over het algemeen is alles schoon, althans naar mijn idee. Het kan smeriger, laat ik het daarbij houden. Elke week is er ook kitchen duty, met een schoonmaaklijst met wat er allemaal gedaan moet worden. Echter is de betekenis van kitchen duty door ons veranderd. Elke dag, na een zware dag in de studieboeken, verzamelen we om acht uur in de keuken op de tweede etage om met elkaar bij te praten, afspraken te maken, maar vooral om bier te drinken.

maandag 6 oktober 2008

o-cha

Dag allemaal. Ik heb het een en ander veranderd in de instellingen en nu kunnen ook anomieme mensen een reactie plaatsen op mijn weblog. Registreren hoeft dus niet meer. Twee weken geleden, ongeveer, ben ik samen met Ewout de stad ingegaan, het centrum. Aldaar kwam ik een Japanse vrouw in kimono tegen. Van een jaar of zeventig. Ik vroeg of ik een foto van haar mocht nemen, wat mocht en na wat gepraat te hebben nodigde ze ons uit om thee te drinken. Heel erg leuk. Ze nam ons mee naar een moderne flat waar we genoten hebben van o-cha, groene thee. De warme thee variant is werkelijk niet te drinken, maar de koude o-cha was goed te doen. Natuurlijk durfde ik dat niet te zeggen. Het was een beetje ironisch om in een hypermodern appartement, ook modern ingericht, met een traditioneel geklede vrouw, traditionele thee te drinken.

Nu doet dan toch de herfst zijn intrede in Osaka. De bladeren van de bomen verkeuren, uitteraard net als in Nederland, wat een fraai gezicht opleverd. Toen ik aankwam in Osaka was het ongeveer dertig graden celsius, wat nu gedaald is naar iets boven de twintig. Al met al ben ik blij dat ik toch nog korte broeken meegenomen heb.

woensdag 1 oktober 2008

Een stad vol grote beloftes

Ohayo gozaimasu Nederland. Na urenlang verdwaald te zijn geweest in het ondergrondse leven van Osaka. Plus nog een uur lang verdwaast rondgefietst te hebben op de campus...waar is mijn faculteit ook al weer... Heb ik dan toch nog een plekje kunnen veroveren achter de computer. Ben vanochtend om 11 uur de deur uitgegaan en nu is het vijf uur. hmmm, misschien binnenkort toch maar eens een plattegrond aanschaffen.

Osaka, de stad is opgebouwd met beton. De stad zit systematisch infrastructureel gezien slecht in elkaar, en ook aan politieagenten ontbreekt het niet. Vorige week trachtte ik de universiteit te vinden en ging vastberaden met de fiets op stap. Bijna bij de campus aangekomen wordt ik aangehouden door de Japanse gestapo - konnichiwa, hallo. De agent begint te spreken...ik snap er geen bal van... hij zegt wakaranai (de normale manier voor zeggen dat ik het niet begrijp, hij gebruikte niet eens de masu-vorm, beleefde vorm... dus ik zeg: wakaranai. In ieder geval werd mijn fiets gecontroleerd of hij niet gestolen was, want joh in ben toch een gaijin, een buitenlander - en alle westerlingen zijn criminelen...of spionnen. En daarna mocht ik weer verder. In totaal nam dit zo een ruim kwartier in beslag. Ik vroeg nog aan de agent, in het Japans - Engels kon hij niet: je hebt het zeker niet zo druk. Jawel was het antwoord, isogashii, heel druk. Toch een zware baan, politieagent, in een drukke stad als Osaka.

Maar goed Osaka, de stad die opgebouwd is uit beton, letterlijk eigenlijk een en al beton is, wordt toch gesierd met een overvloed aan groen en mooie innovatieve gebouwen. Zeker in het centrum van de stad zijn veel hoge gebouwen te vinden, veel winkels, nog meer winkels en ontelbare eetgelegenheden. Tevens loopt er een drukke straat door het centrum dat eigenlijk geen straat genoemd mag worden, maar beter getypeerd wordt met het woord: arcade hal. Ik blijf nog steeds gek opkijken wanneer er een bijnabejaarde kerel een gamehal uit gelopen komt. Zeker pachinko is erg pupulair. Men neme een apparaat, gooit hier ongeveer een miljoen balletjes in, en als er weer balletjes uitkomen heb je geluk, dan kan je verder spelen, anders moet er nieuwe balletjes aangeschaft worden. Dit alles gebeurd in ongeveer dertig seconden. Overigens ook niet goed voor het gehoor, pachinko, dat gepaard gaat met een enorm kabaal. Je bent namelijk niet alleen aan het spelen, maar met ongeveer honderd anderen. Echt heel typisch.