vrijdag 18 februari 2011

In rep en roer: walvissen en sumoworstelaars

De Japanse bevolking krijgt nogal wat voor zijn kiezen de afgelopen maanden; een spannende periode lijkt te zijn ingetreden. Hier even een opsomming van evenementen die de Japanse 'crisis' doen reflecteren.

Ten eerste heeft het corruptie schandaal rondom Ozawa niet alleen geleid tot een grote teleurstelling onder de bevolking, het zaait ook nog eens tweedracht binnen de Democratisch Japanse Partij (DJP, de regeringspartij op dit moment) waardoor premier Kan waarschijnlijk zijn budgettaire plannen niet door kan voeren en binnenkort misschien genoodzaakt is af te treden. Kan probeert nu op Coheniaanse wijze de boel bij elkaar te houden, maar ook hij kan het gedrag van 'kingpin' Ozawa niet tolereren en dringt aan op het ontzeggen van zijn partijlidmaatschap. Helaas denken 16 andere partijleden daar anders over, wat de politieke situatie in Japan nog onstabieler maakt dan deze in feite al was.

Ten tweede wordt de Japanse bevolking geconfronteerd met frauduleuze sumoworstelaars, de hoeksteen van de Japanse samenleving . De Japanse Rouvoet zit met zijn handen in het haar. Uit een aantal smsjes blijkt dat sumoworstelaars van te voren afspreken wie er gaat winnen om zodoende wat extra's bij te verdienen. Nu aan het licht is gekomen dat het sumoworstelen een en al doorgestoken kaart blijkt te zijn, is de toekomstige basho in maart, dat plaats zou vinden in Osaka, gecancelled. Natuurlijk tot grote teleurstelling van de Japanse bevolking, die overigens positief blijft. De sumo's zitten even in een dip, maar de nationale sport komt er wel weer boven op. Waarschijnlijk niet meer met overheidssteun. Premier Kan reageerde furieus op de Sumobond en pleit nu voor een breuk van de overheid met de sumowereld. De overheid heeft immers al genoeg corruptieschandalen aan zijn broek hangen.

Ten derde is daar nog de deceptie van de walvisvangst. De zeeherders hebben 'hun' walvissen behoed van een afgrijselijke dood. Deze hoeven dan ook niet meer te vrezen voor 10 jarige opvang in grote vriezers alvorens geconsumeerd te worden door jonge Japannertjes die eigenlijk helemaal geen walvis vlees willen eten. Op dit moment bedraagt de Japanse walvisvlees voorraad 5000 ton - een aantal jaren geleden, in 2000 geloof ik, bedroeg dit nog maar 1500 ton. Daar komt nog bij dat zij het vlees aan de straatstenen niet kwijt kunnen. Walvisvlees is niet meer 'hot' in Japan, veel visliefhebbers eten liever tonijn - want dat mag nog wel. Alleen nog onder de oudjes van de bevolking schijnt er nog vraag te leven. Omdat de Japanse overheid met massa's bevroren walvis blijft zitten hebben ze een soort van walvisdag uitgeroepen. De Japanse vorm van nationale soepdag waarbij schoolkinderen voor lunch 'verplicht' worden walvisvlees te verorberen. Het is wel gratis. Maar Japanners zijn geen Nederlanders en kinderen blijven kinderen; veel kinderen lusten het gewoon niet. Een vriend van mij kreeg vroeger ook zo nu en dan walvisvlees mee in zijn bento - lunchbox -, want papa vond het zo lekker. Maar terugkomend op de kernzin, Japan heeft zijn walvisjacht in de Antarctische oceaan gestaakt en beperkt zich nu enkel nog maar tot de Pacific en walvisvangst nabij de kust. Dus meer patat, minder sushi.

Ten vierde heeft Japan ook nog territoriale conflicten. De Japanse kustwacht heeft een rekening gestuurd naar de Chinese visser die met opzet tegen boten van de kustwacht botste. Natuurlijk gaat deze beste meneer dat niet betalen, waardoor er nog steeds geen einde lijkt in het Senkaku (Diaoyu) conflict. Daarnaast bestaat er nog onenigheid tussen Japan en Rusland omtrent de Kurillen. Een aantal eilanden worden door beide partijen geclaimd. Sommigen onder de Japanse bevolking, een minderheid overigens, zijn zo boos over nationale staatsbezoeken van Russische hoge ambtenaren en de president aan de eilanden, dat zij een Russische vlag hebben verbrand (voor de Russische ambassade). Moest de arme Japanse ambassadeur op het matje komen.

Tot zo ver een kijkje in de Japanse 'crisis' - Japan kampt nog met veel meer problemen, maar dan blijf ik bezig. Een voordeel van deze stage is dat je redelijk bij blijft wat betreft het Japanse nieuws. Kon ik me in mijn tijd als uitwisselingsstudent nog volledig concentreren op de Japanse taal krijg ik nu een betere inkijk in de Japanse politieke en economische situatie. Het heeft allebei wel iets.

dinsdag 8 februari 2011

stukje Azie in Japan: tsukiji

Roppongi, beroemd - en geroemd - 0m zijn overweldigende nachtleven, wordt niet echt als Japans gezien in Japan. Er wordt drugs verhandeld, zijn veel buitenlanders en er is een wijd aanbod aan plezierig 'westers' vermaak in de vorm van nachtclubs, etc. Nee als je de echte Japanse cultuur mee wilt maken kun je beter in Shibuya of Harajuku zijn, hoewel ook deze buurten worden gesierd met louche buitenlanders, nachtapothekers en eufemistische 'soap lands'. Je kunt er je kont niet keren zonder per ongeluk op vijf voeten te stappen en drie schoolmeisjes omver te duwen. Helaas moet ik alle Japanners teleurstellen, maar, zowel Roppongi als Harajuku als Shibuya zijn erg Japans. Het zijn echter wel symbolen van een nieuwe generatie Japan, dat de oude lijkt weg te stoppen in oude betonnen bejaardenhuizen of geheel aan hun lot over te laten in de Japanse jungle van het platteland.

Een deel van de oude generatie, hoewel slechts zijn schaduw, is echter nog steeds aanwezig in Tokyo, en dat is de vismarkt in Tsukiji. Net als in de rest van Tokyo is het aardig druk, maar er lijkt wel een ander soort type mens rond te banjeren. Er wordt luidruchtig geschreeuwd, net als op de Nederlandse groentemarkt en in de rest van Tokyo, maar de atmosfeer is geheel anders. Al het Engels lijkt van de aardbodem verdwenen, evenals de discipline van zowel de verkopers als de voorbijgangers. Laatstgenoemden worden getrakteerd op iets dat lijkt op een Indonesische pasar. Hoewel niet zo chaotisch als zijn Indonesische pendant, geeft de vismarkt van Tsukiji een eerlijke Aziatische sfeer. Als je klaar bent met je rijstkom vol bijna uitgestorven rauwe tonijn wordt je zonder pardon de winkel uit geduwd: 'Irasshamase!', welkom, volgende klant. Dit is echt ondenkbaar in andere restaurantjes en eetgelegenheden in Tokyo. Gebrek aan discipline, bedrogen beleefdheid, en spontaniteit, een plek van Japanse 'honne' (ware ik) lijkt gevonden.