zondag 12 juli 2009

Mijn laatste bericht

Over drie weken ga ik weer terug naar Nederland. Na 10 maanden in Japan te hebben gefeest, gestudeerd, gewoond en gereisd. Ik ben net terug van een kleine trip naar Biwako, het grootste meer in Japan, samen met mijn huisbaas, een vriend van mijn huisbaas en twee huisgenoten. Uiteraard was dit een groot feest en heb ik met name gelachen om mijn huisbaas, die een speciale manier van humor heeft en eigenlijk het beste gekarakteriseerd kan worden als een 'dromer'.

Een karakter an sich. Gaan we voor dag en dauw op weg met de auto komt hij erachter dat hij de sleutel, van zijn vakantiehuisje bij het meer waar we van plan waren te overnachten, was vergeten. Daarnaast is hij verscheidene keren zijn buideltasje, juist bedoeld om je waardevolle spullen te waarborgen, bijna vergeten. Kortom hij raakt alles kwijt wat los of vast zit. Maar als dit het enige zou zijn was de drama nog te overzien ware het niet dat we ook verdwaald zijn onderweg en hij moest vragen aan een goed gehumeurde voorbijganger: 'sorry, maar kunt u mij vertellen waar mijn vakantiehuisje is?'. Maar al met al een hele vriendelijke man, die toch veel geld heeft, maar toch ook heel erg zuinig is. Niets mag weggegooid worden en ook op de vakantie worden de regels van het scheiden van het afval met zorg gevolgd.

Volgende week heb ik mijn galgenmaal bij mijn hostfamily om na een jaar in hun zorg te zijn geweest afscheid te nemen. Het weekend daarop ga ik voor mijn laatste sightseeing samen met mijn vrienden naar Tokyo, het economisch centrum van Japan en de week daarop ben ik weer in Nederland en moet ik weer gaan studeren voor het echte leven, oftewel met mijn master beginnen. Nadat ik natuurlijk, hopelijk, mijn bachelor heb afgerond.

Dit is dan ook mijn laatste bericht, want waarschijnlijk zal ik het te druk hebben met het zien van allerlei mensen die ik misschien al in tijden niet heb gezien en natuurlijk moet ik aan het einde van dit semester aan deze universiteit ook velerlei verslagen inleveren.

Tot over drie weken.

maandag 29 juni 2009

wonderen bestaan

Weer even een korte update van wat ik allemaal hier in het prachtige Japan meemaak. Eigenlijk valt er niet zo heel veel te melden dat nodig meegedeeld moet worden, maar toch...

Afgelopen zondag werd ik weer eens verrast door mijn Japanse student. Hij bracht mij naar het platteland van Minoo (stad waar ik woon)(oftewel de bergen) en al gauw kwam ik tot de ontdekking dat het slechts vijf minuten rijden is met de auto en men bevindt zich tussen de wilde bergen van Japan. Ik wist niet dat zo heel erg dicht bij mij in de buurt 'kleine' dalletjes te vinden waren met rijstterrassen, fraaie oude Japanse houten huizen en Japanse boerderijen, zelfs een souvenirswinkel waar ze de plaatselijke specialiteiten verkopen. Je raad het nooit... rijst. maar ook brood gemaakt van rijst, wat verbazingwekkend lekker smaakt. Japan blijft me zo nu en dan alsnog verbazen.

De dag daarvoor was het ook de bedoeling dat we gingen bbqen aan het strand van Kobe. De bbq ging bij gebrek aan bbq materiaal helaas niet door, maar dat hebben we praktisch opgelost door gewoon een maaltijd bij de gemakswinkel te kopen. Ook heel erg lekker, maar net even anders. In ieder geval wel goedkoper. Al etend van mijn goedkope maaltijd kon ik dan op het strand van het prachtige uitzicht genieten. Dit fraaie uitzicht bestond uit een groot eiland(Awaji-jima) dat verbonden is met een schitterende nieuwe brug, aardbevindbestendig- hoewel dit nog bewezen moet worden- en een mooie zonsondergang. Erg genoten die avond, zeker toen de brug gesierd werd met blauwe lampjes.

Och ja en hoe kan ik het vergeten. Ik heb ook nog vuurvliegjes gezien, en zelfs gevangen. Erg leuk al die lichtjes in de donkere lucht en des te mooier is het dat deze insecten enkel in de buurt van stromende watertjes te vinden zijn. Vaak kan ik ze ook zien rondom het riviertje vlak langs mijn huis, erg leuk.

woensdag 10 juni 2009

teaching Dutchlish

Het is de hoogste tijd om wat te vertellen over mijn bijverdiensten als docent Engels. Ondanks mijn onverteerbare Hollandse accent is het mij toch gelukt een bijbaantje te vinden als docent.

In Japan wil iedereen Engels leren. En hoewel alle Japanners op de middelbare school behoorlijk wat lessen Engels achter de kiezen hebben gehad beheersen velen de Engelse taal slechts matig. Vandaar dat zelfs ik, met mijn Nederlandse accent, een bijbaantje kan krijgen als Engelse tutor! In Japan horen zij het verschil namelijk niet tussen de verscheidene accenten. Heel handig.

Mijn student heet Shinsuke, en is volgens mij het beste voorbeeld van de nieuwe generatie Japanner. Als hij met zijn vrouw praat lijkt hij erg dominant, maar uit zijn verhalen blijkt dat hij, net als elke man, toch ook onderdrukt wordt door het vrouwelijke geslacht. Hij houdt bijvoorbeeld van vis, maar zijn vrouw van vlees. Aangezien zij de baas is in de keuken betekent dat dus meer vlees dan vis. Daarnaast gaat hij ook mee om de boodschappen.

Via mijn student krijg ik veel te weten over de alledaagse Japanse cultuur, het gebruik van Kansai-ben (Japans dialect) en waar de stripclubs van Osaka te vinden zijn.

Tot zover mijn baan als docent Engels.

donderdag 4 juni 2009

Buta influenza

De hele wereld leek geschokt bij het uitbreken van een nieuw virus, afkomstig uit Mexico, dat aldaar snel enkele Mexicaanse levens eiste. Grenzen werden gesloten, reizigers werden gedwongen tot onderzoek en om een verdere verspreiding van dit dodelijke virus te voorkomen werden er in Japan zelfs scholen gesloten. Maar als snel was duidelijk, althans als we het nieuws uit Nederland moesten geloven, dat dit dodelijke virus  helemaal niet zo dodelijk bleek te zijn, maar het eigenlijk dezelfde gevolgen had als de 'gewone griep'.

Enkel had de Japanse regering dit pas enkele maanden later door. Daarom werd de Universiteit van Osaka voor een week gesloten, werd men geadviseerd openbare plaatsen waar veel mensen zich verzamelen te vermijden, mondmaskers te dragen, te gorgelen bij thuiskomst en luttele duizenden keren op een dag je handen te wassen.

Het ironische van alles is dat de meeste studenten en zeker de uitwisselingsstudenten zich hier niets van aantrekken en deze vrije week zien als een extra vakantie week. Zo zijn wij ook gewoon wezen stappen, hebben zonder twijfel drukke plaatsen bezocht (die eigenlijk ook gewoon druk bleven) en hebben wij zelfs voor de gezelligheid het epicenter van 'het kwaad' bezocht: Kobe.

Conclusie. Na een aantal chaotische maanden (of zonder te overdrijven een enkele maand) de gewone horde Japanners de stuipen op het lijf te hebben gejaagd - door alle angstige Japanse hertjes was het na een aantal dagen niet eens meer mogelijk een masker te kopen in de supermarkt, die er meestal al op voorraad aanwezig zijn omdat Japanners deze ook gebruiken in het 'normale leven' zonder varkensgriep of BSE - kwam de overheid eindelijk met het verlossingsschot: lieve burgers, jullie hoeven zich geen zorgen meer te maken, degenen die het virus dragen kunnen gewoon behandeld worden in de daarvoor speciaal aangewezen ziekenhuizen, waar de slachtoffers na behandeling hun rustige leventje weer kunnen vervolgen.

zondag 17 mei 2009

interessant dagelijks leven

Tot nu toe heb ik redelijk veel gereisd in het land van de rijzende zon. Zo ben ik naar het eiland Okinawa afgereisd, heb ik de eeuwenoude tempels van Kyoto en Nara bekeken, in de Grote Oceaan gezwommen, de uit het as herrezen steden Kobe en Hiroshima gezien en ook nog het eiland Kyuushuu een bezoek aangedaan. Zodoende heb ik erg veel van de Japanse cultuur gezien en niet te vergeten de prachtige seizoenen van de Japanse 'wilde' natuur.

Maar eigenlijk beleef ik voor mezelf de mooiste en veelal interessantste dingen in Osaka. Met name in de gesprekken met mijn hostfamily en met mijn leergierige studenten die mij veel informatie geven over het dagelijkse leven van de Japanner, waar zij zich aan hekelen, en niet te vergeten, over hoe zij over het leven en het verleden denken.

Te beginnen met discriminatie. Ook al is Japan een democratie, toch blijft discriminatie, net als in Nederland helaas niet weg te denken in de Japanse maatschappij. De mensen worden toleranter, maar discriminatie tegenover Chinezen, Koreanen, andere Aziaten, Burakumin, Ainu en RyuuKyuus is nog steeds van alledag. De Burakumin is een restant van de Edoperiode (1600-1868) waarin de samenleving nog ingedeeld was in standen (Net als de Europese middeleeuwen). Technisch gesproken is de burakumin helemaal geen stand, maar is het een groep mensen die niet tot een stand behoorde, oftewel het onkruid van de samenleving. Waar moet men dan zoal aan denken? In het boeddhistische Japan van de Edoperiode werd het werk dat het doden van dieren inhield gezien als mensonwaardig. Vooral slagers behoorden tot deze burakumin stand. Nog steeds worden Japanners die afstammelingen zijn van deze stand met de nek aangekeken door sommige Japanners. Ainu en RyuuKyuu zijn de aloude, zelfs oorspronkelijke, bewoners van Japan. Helaas worden deze mensen nog steeds gediscrimineerd.

Van de verhalen die ik gehoord heb van mijn hostfamily is er met name op het platteland nog sprake van discriminatie. Mijn hostvader bekent eerlijk niet veel met buitenlanders te hebben toen hij nog op het platteland leefde. Hij had sinds drie jaar geleden zelfs nog nooit een zwarte gezien! Daarnaast stond hij niet zo positief tegenover Chinezen of Koreanen, maar sinds zijn vrouw gastvrouw voor buitenlandse studenten is geworden is zijn mening over buitenlanders helemaal veranderd. Mijn hostmoeder staat in het geheel open voor vreemdelingen.

Over Koreanen gesproken. Een van mijn beste Japanse vrienden is half Koreaans. En nog vreemder, wij buitenlandse studenten, en goede vrienden zijn de enige mensen aan wie hij het heeft durven vertellen. Zelfs zijn Japanse vrienden weten niet dat hij Koreaans bloed in zich heeft. Waarschijnlijk kijken de jongeren een stuk toleranter tegenover Koreanen, Ainu etc., maar hij neemt liever geen risico. Er is sprake van onredelijke discriminatie, maar gelukkig zijn er nog veel uitzonderingen.

zaterdag 9 mei 2009

Een gouden week

Na een adempauze van achttien dagen moest ik maar weer eens hard aan het werk dacht ik zo, te beginnen met mijn blog. Uiteraard het allerbelangrijkste. In de dagen dat ik niets van mij heb laten horen heb ik natuurlijk veel bijzondere dingen gedaan...

The Golden Week,
Heel erg Japans. In Japan heb je verscheidene feestdagen in de Nederlandse meivakantie. Waaronder kinderdag (jammer dat ze dat nog steeds niet in Nederland hebben ingevoerd), de verjaardag van de showa keizer (Hirohito), die nu symbool staat voor de keizer, en nog verscheidene andere vrije dagen waarvan ik de naam en betekenis van vergeten ben. Daarom heeft de overheid, of in ieder geval vele instellingen, besloten van deze feestdagen een feest week te maken. Genaamd The Golden Week. Of in het Japans... goorenden uiiku.

Eerst wat over kinderdag, of eigenlijk jongensdag.
Op deze dag zijn er verscheidene ceremonies e.d. aan de gang op het archipel Japan. Er zijn verscheidene rituelen waarvan ik niet weet wat het precies inhoudt, maar het belangrijkste, of in ieder geval de kern van het verhaal, is dat ouders zich tot de goden richten en bidden voor een voorspoedige toekomst van hun zoon. Het belangrijkste symbool voor dit evenement zijn de karpervlaggen die uitgehangen worden buiten het huis. Een karper is in Japanse ogen een krachtig dier dat niet alleen dient om opgegeten of opgevist te worden, maar staat symbool voor voorspoed en kracht. Daarnaast staat er in veel huizen een samurai pantser uitgestald in de ontvangsthal. Omdat veel huizen in Japan, beter gezegd veel appartementen, erg klein zijn wordt vandaag de dag enkel de helm uitgestald. In het geval van het huis waarin ik nu woon is alles uitgestald. Helm, pantser, zwaard, pijl en boog, niets ontbreekt. Natuurlijk is er eens per jaar ook een meisjesdag. Op deze dag worden poppen uitgestald. Daarnaast maken de meisjes zelf hun eigen pop. Dit festival is in het begin van maart.

Bij zulke evenementen vraag ik mijzelf af: waarom geen kinderdag in Nederland? Het antwoord is natuurlijk gewoon simpel, vanwege het verschil van het overheersende geloof. Maar we hebben immers wel Moeder- en Vaderdag. Net als in Japan overigens. Of moet ik pappa's stelling maar geloven: in Nederland is het elke dag kinderdag. Overigens wel betreurend dat ze in Nederland wel dierendag hebben.

Bij dezen sorry dat ik jullie weer lastig heb gevallen met verhalen over de Japanse cultuur en zal daarom dan ook snel overgaan naar mijn normale heldenverhalen.

Afgelopen week ben ik met een huisgenoot (Masahiro) en zijn vrienden (Takuo, Imani, en gong-chan) met de auto naar Kyuushuu geweest. Kyuushuu is het meest zuidelijke eiland dat direct verbonden is met de rest van het archipel genaamd Japan. Het hoort er warmer te zijn dan gebruikelijk, meestal is dit de plaats waar de kersenbloesem het eerste bloeit, en is bekend om zijn onsens (spa's) en vulkanische omgeving. Vanaf Osaka is het zo ongeveer 10 uurtjes rijden met de auto, en dat was mij het nachtje wel. Ja het nachtje! Reizen op Japanse stijl betekent rijden in de nacht. Zo wordt er geen tijd verloren en hoef je niet tien uur lang uit je neus te peuteren. We vertrokken om 12 uur in het holst van de nacht en kwamen 's ochtends om 10 uur aan in Fukuoka. De specialiteit van Fukuoka, eigenlijk in heel KyuuShuu, is Ramen (noodles). Zodoende heb ik drie dagen enkel noodles gegeten. Na overheerlijke ramen gegeten te hebben zijn we de auto weer in geklommen op weg naar Masahiro's geboorteplaats, genaamd: niemandsland. We hebben bij zijn ouders overnacht en zijn ook getrakteerd op een overheerlijke maaltijd (eindelijk een keer geen ramen). De volgende dag zijn we op weg geweest naar Kumamoto. Daar heb ik voor de derde keer in mijn leven een vulkaan beklommen, Nederlandse kaas gegeten, mooi kasteel gezien en acht uur geslapen op de vloer van het appartement van een van Masahiro's vrienden. Daarna zijn we 's nachts weer vredig teruggereden, Na een stop in Fukuoka voor de broodnodige porties Ramen, en ben ik uiteindelijk weer veilig thuis gekomen.

maandag 20 april 2009

weer eens een berichtje

Graag wil ik iedereen bedanken die een kaartje heeft gestuurd voor mijn verjaardag of op een andere manier mij met mijn verjaardag gefeliciteerd heeft, hetzij per sms, mail, facebook, hyves, skype e.d. Verder wil ik iedereen bedanken voor eventuele financiële toelagen en/of andere traktaties. Ook tante Marja heel erg bedankt voor de lekkere drop, die ik al helemaal opgegeten heb en moeders bedankt voor de heerlijke olijven, die, je raad het vast niet, al -indirect- in de wc-pot verdwenen zijn. Omdat ik op dit moment helemaal niets terug kan doen tracht ik jullie te verwennen met mijn sappige verhalen over dromen die waar komen, eenhoorns, prinsen op witte paarden, vliegende tapijten, pratende bomen, eigenwijze aapjes, trollen, reuzen, Harry Potters en andere gedrochten die in werkelijkheid natuurlijk enkel te lezen zijn op weblogs op het internet.

Meest recentelijk...

Ben ik wezen 'bambooshooten'. Het woord komt nog niet in de Vandale voor, maar daar komt verandering in, het is slechts een kwestie van tijd. Wat houdt het in? Gezamenlijk met een aantal huisgenoten genaamd, Haredi (Egypte), Go-san (China) en mijn huisbazen ben ik in de wildernis van Kyoto jonge bamboo stronken wezen opgraven. Dit is nog een hele kunst. Slechts de nieuwste blaadjes zijn te zien, maar dit is slechts het puntje van de 'bambooshoot', waardoor het moeilijk is de stronken te vinden. Eenmaal gevonden kan het zorgvuldige harken en beitelen beginnen. Men begint rustig om zo weinig mogelijk te beschadigen, maar zowaar de exacte locatie bepaald is kan men los gaan als een echte rambo, met een hoogtepunt aan 'collateral damage'. Heel bevredigend. Men vroeg mij of ik dit al eerder gedaan had, zo beheerst was ik met het pikhouweel-achtige graafgereedschap, ik voelde me een samurai, een ninja, en kon de hele wereld aan, nog even en ik vroeg mezelf af: hoeveel boeddhabeeld-tochten had ik ook al weer niet overleefd? Zo moet een samurai zich gevoeld hebben in de dichte bamboobossen van het bergachtige Japan. Maar goed, het was gezellig.

Ook belangrijk!

Hiroshima

Simone kwam op visite! Natuurlijk was deze tijd heel goed besteed en heb ik heerlijk genoten. Helemaal zonder Simones wetenschap had ik een kleine trip naar Hiroshima en Miyajima georganiseerd. Voor de mensen die niet weten wat voor een plaats Hiroshima is: in Hiroshima is ten tijde van de Tweede Wereldoorlog de eerste atoombom gevallen, gevolg 200.000 doden, waaronder ongeveer 20.000 Koreanen. Maar wonderbaarlijk is de stad herrezen uit zijn as en is het nu een grote bruisende stad van niet minder dan 1 miljoen inwoners geworden. Slechts één gebouw die de atoombom overleefd heeft is niet afgebroken en wordt tentoongesteld als monument, en is zelfs werelderfgoed. En natuurlijk hebben Simone en ik deze 'dome' bekeken en waren versteld van de enorme kracht van de atoombom. Dit gevoel werd versterkt na het zien van de tentoonstelling in het atoombomherinneringsmuseum. Beangstigend, en toch heel erg interessant.

Miyajima

In de buurt van Hiroshima ligt het eiland Miyajima. Ook bekend om zijn world heritage: namelijk een hele oude shrine. Deze shrine is bijzonder omdat zijn toegangspoort in het water ligt. En met vloed voor een deel onder water komt te staan en bij eb helemaal droog staat. Naast het bezoeken van de shrine hebben Simone en ik voor de tweede keer in ons leven een berg beklommen, al was deze slechts 500 meter hoog, het gaf een spectaculair uitzicht. In de verte waren verscheidene Japanse eilanden te zien, en ook was er een fraai uitzicht over Hiroshima. Het uitzicht was de moeite van het beklimmen zeker waard.

Wakayama-ken

Niet alleen ik stond te springen om Simone in mijn armen te sluiten, ook mijn 'hostfamily' was heel erg enthousiast om Simone dan ook eindelijk te kunnen ontmoeten. Zij waren zelfs zo enthousiast dat zij ons naar mijn hostvaders geboorteplaats hadden meegenomen. Onderweg hebben we genoten van een heerlijke onsen (heetwaterbron/spa), de oudste van heel Japan, met een uitzicht over de Grote Oceaan. Na het bezoek aan de familie, de kleine broer van mijn hostvader woont nog steeds in het kleine stadje, midden in het Japanse platteland, hebben we overnacht in een luxe hotel. Met alweer een prachtig uitzicht op de bergen, de Japanse kust en de Grote Oceaan. Heel erg mooi. Ook zijn we getrakteerd op een weet-ik-niet -hoeveel gangen diner (Franse keuken). We zijn maar verwend!

zaterdag 28 maart 2009

sumo worstelen

Afgelopen vrijdag ben ik samen met mijn huisbaas, Nagano-san, Sam, Audry en Mei-ing en Go-san naar sumoworstelen geweest. Samen met Nagano-san ben ik om kwart voor zes uit mijn warme bedje gekropen om kaartjes te gaan halen in de taikan (gymnasium) in Nanba. Om half acht stonden we in de rij en kregen we te horen dat er per persoon slechts een kaartje gekocht kon worden. En er waren slechts 200 plaatsen! bij elkaar moesten we zes kaartje halen wat betekende dat we drie keer in de rij moesten gaan staan. Hoewel we ons eerst een beetje zorgen maakten, of dit ons wel zou lukken of niet, is het ons uiteindelijk toch gelukt! We hadden zogenaamde jiyuuseki, oftewel vrije plaatsen. De meest speciale plekken vooraan kosten zo ongeveer honderd euro en de gereserveerde plaatsen 40 euro. zo waren wij met onze 15 euro nog best goedkoop, hoewel we wel ver verwijderd waren van het toneel. Maar dat mocht de pret niet drukken. In het begin van de dag, wanneer de beste worstelaars nog niet aan de beurt zijn, is het nog niet zo druk in de Sumozaal, dus zijn we naar voren geslopen om toch even te mogen genieten van de echte sensatie. En het maakte een wereld van verschil. In de voorste plaatsen zijn de gezichtsexpressies van de worstelaars heel duidelijk te zien, evenals hun gigantische proportie. Je ziet het zweet op hun voorhoofd druipen, hoort de bitchslaps die ze elkaar verkopen en het gehijg na afloop van het korte gevecht. Het stereotype beeld van een sumo worstelaar is een dikke trage homp vlees, en wanneer men kijkt naar hoe zij zich bewegen is dat misschien ook zo. Echter zijn de twee beste worstelaars op het moment helemaal niet zo heel erg dik en wanneer zij bewegen is te zien dat ze toch behoorlijk gespierd zijn. Daarnaast moet je ervan bedacht zijn dat als iemand van 75 kilo, iemand als ik, een slag van een sumo worstelaar te verduren krijgt, waarschijnlijk even sterretjes ziet. Het was toch indrukwekkender dan gedacht. Daarnaast las ik dat de regels van het sumoworstelen in bijna 1500 niet veranderd zijn, evenals de eeuwenoude Japanse tradities die met het gevecht gepaard gaan. Net als 1500 jaar geleden wordt er van tevoren op de grond gestampt om de kwade kami (geesten) te verdrijven, daarna wordt er eenmaal met de handen geklapt om de aandacht van de goden te krijgen wat weer gevolgd wordt door het draaien van de handpalmen om iedereen ervan te overtuigen dat er geen wapens in het spel zijn. Er wordt zout in de ring gestrooid dat zowel de ring spiritueel reinigt als wel ontsmet. Wanneer de tradities gedaan zijn hurken de twee reuzen tegenover elkaar en kijken elkander strak aan, en als ze er beide klaar voor zijn kan het gevecht beginnen. Zijn ze er echter niet klaar voor, wat vrijwel altijd het geval is, dan worden enkele tradities herhaald, waaronder het strooien met zout, en gaan ze daarna weer tegenover elkaar gehurkt zitten. Dit herhaald zich net zo lang totdat beide worstelaars klaar zijn om een korte strijd te leveren. Gelukkig is er een tijdlimiet van 4 minuten (die er vroeger helemaal niet was), anders zou het misschien uren kunnen duren voordat de strijd, die slechts enkele seconden kan duren, geleverd wordt.

zaterdag 21 maart 2009

het groene gras

Of je hebt een witte huid, grote ogen, misschien blond haar en lange wimpers, of je huid is geel, je hebt kleine ogen, die altijd zwart of bruin zijn en zwart haar. In Europa betalen mensen zich groen en geel aan dure zonvakanties om later met hun gebruinde huid bij de buren te pronken, in Japan poederen de vrouwen hun gezicht wit. In het Westen zijn veel Aziaten populair bij het tegenovergestelde geslacht vanwege hun anders-zijn of juist omdat ze spleetogen hebben. In Japan, China en Zuid-Korea doen mensen oogoperaties om hun ogen groter te laten lijken. Ik wist dat het bestond, maar had er nooit stil bij gestaan totdat Vinh mij erop wees 'weet je waarom veel Japanse scholieren met een 'piratenlapje' rondlopen?' 'Om piraatje te spelen?' ' zij hebben net een oogoperatie ondergaan'. In Nederland hebben veel kinderen zoiets wanneer zij een lui oog hebben, in Japan is het dus waarschijnlijk veelal het gevolg van een ooglid 'correctie'.

Ook merk ik het bij mezelf. Ik vind mijn dikke-stugge-peper-en-zout-kleurige haar maar niks. Zou ook best een kleinere neus willen hebben, ook vind ik spleetogen niet lelijk. Van iemand met wie ik samenwerkte in een restaurant, die altijd zijn haar bruin kleurt, kreeg ik te horen dat hij jaloers was op mijn haarkleur, zelfs op de hoeveelheid van mijn haar. Een Japanse vriendin was helemaal gek van mijn wimpers. Heh? wimpers, zijn mijn oogwimpers lang dan? Verrek, Japanners hebben bijna geen oogwimpers. Ook zijn meeste jaloers op mijn blauwgrijze ogen.
----Mijn gedachten gaan dan helemaal terug naar de begin van de Edo-periode (16nogwat-1868). Hoe zouden Japanse mensen hebben gereageerd toen zij voor het eerst iemand zagen met blauwe ogen, blonde haren, grote ogen en lange wimpers?--- en zelfs mijn vooruitstekende grote neus is populair als ik het verhaal moet geloven van een oude vrouw, genaamd Noriko, wie ik Engelse les geef. Japanners hebben bijna altijd een platte neus. Laatst was ik met een vriend uit Singapore (Chineese afkomst) in de openbare badplaats aan het baden toen ook dit onderwerp ter sprake kwam. Hij zei: 'The grass is always greener on the other side'. Vanzelfsprekend had ik dit gezegde wel eens vaker gehoord, maar nu werd ik me ervan bewust dat deze stelling niet enkel bij het voetbal opgaat.

donderdag 5 maart 2009

De schaduwzijde van Japan

Ook Japan kent zijn nadelen. Te beginnen met de noeste arbeid die vele Japanners moeten leveren in naam voor het collectief. Met name de befaamde 'salarymen' hebben het zwaar te verduren. Hun leven bestaat met name uit vroeg opstaan, vaak met steun van de huisvrouw, vroeg beginnen met werk - voordat de baas het bedrijf binnenstapt natuurlijk - tot laat op het werk blijven, en veel alcohol drinken, en dan uiteindelijk, laat, in dronkenschap, natuurlijk niet altijd, maar zeker in het einde van de werkweek, thuiskomen. Dit vijf dagen in de week, zodat ze in het weekend wellicht niet veel meer kunnen doen dan slapen, voor de tv liggen, en heel misschien ook nog wat tijd met de kinderen doorbrengen. Waarschijnlijk is dit dan wel het meest onwerkelijke, en meest overdreven voorbeeld, maar het gebeurt wel, en komt in een waarschijnlijk iets mindere vorm veel voor. Het gerucht gaat dat de ' salarymen' zo slechts 2 uur gemiddeld per week tijd voor hun kinderen hebben. Dat lijkt mij niet heel erg veel. Een van de schokkendste karakteristieken die men kent is waarschijnlijk de openbare dronkenschap. Het is heel erg curieus dronken volwassen mannen te zien liggen in het gangpad van de trein. Of wanneer je de trein uitstapt een man ziet liggen in de trein, keurig in pak, zijn hoofd uitstekend naar buiten om vlug even in de tussenstop op Kishibe (treinstation) te vomeren. Ik was van plan een lekkere snickers voor de terugweg te kopen, maar heb daar toch vanaf gezien.

Tevens heb ik de werksfeer nu ook zelf aan den lijve ondervonden. Ik werk namelijk sinds twee maanden part-time in een Japanse pizzeria. Heel erg smakelijk. En eindelijk ben ik getuige dat ook Japanners gewoon mensen zijn. Dus niet altijd vriendelijk, gastvrij of gebogen onder de Japanse conventies (zoals de tatemae-honne -masker en ware gevoelens - conventie, die de harmonie in de samenleving moet waarborgen). Te beginnen - en te eindigen - met mijn tenchou (manager/baas). Nog nooit heb ik een dergelijke beklagenswaardig, arrogant stuk verdriet gezien. Met helemaal geen gevoel voor taal en werkelijkheid. Nu weet ik dat ook de horecamanagers in Nederland vaak niet de liefsten zijn, en deze past zeker in dat rijtje. Maar goed, zo heb ik nu met eigen ogen gezien dat ook de Japanse bevolking bestaat uit waarlijk vriendelijke mensen en gedrochten. Meeste van mijn collega's, meestal ook studenten, vinden de tenchou ook een loser, streng of allicht een beetje vreemd, of ik citeer: 'He's crazy, fucking crazy'.

Daarnaast zijn er ook nog de ouderen van de samenleving. Omdat in Japan alles zo goed is georganiseerd, is gedisciplineerd en is geregeld, moet een bepaald deel van de oudere bevolking een baan zoeken naast hun uitkering. Willen ze nog eens een uitstapje willen maken. En die baan is voornamelijk gericht op de veiligheid van de maatschappij: Op een fluitje blazen als een bus achteruit gaat bijvoorbeeld, of het verkeer regelen op een kruispunt met stoplichten. Ook de mensen die op de Universiteitscampus de fietsen in het gareel houden, en af en toe een bemoeizuchtige tuchtende opmerking maken zijn meestal oude mannen die voor de grap moeten bijverdienen in de Japanse kou, of klamme vochtige zomers. Wat ze hun eigen bevolking al wel niet aandoen.

In Nederland geeft iedereen de indruk dat regels bestaan om de overheid geld in het laadje te brengen. Op zich zit daar een zekere bron van waarheid in, maar Nederland erkent gelukkig wel het gezegde, uitzondering op de regel, of neemt men neemt in Nederland de regels niet zo nauw, zoals bijvoorbeeld het Nederlandse drugsbeleid. In Japan is dit niet zo. Er zijn geen uitzonderingen, er is geen tolerantie, voor de meest belachelijke redenen moet men een lang gesprek voeren met de buurtpolitie. Dit alles om de harmonie te bewaren. Een mooi voorbeeld. Ik wil mijn fiets parkeren op de parkeerplaats van de supermarkt, omdat deze gratis is. Ik denk, Ik arme student, hoef dan geen geld te betalen voor de stalling en mag dit best doen. Ik til mijn fiets zachtjes over het hek, het was nog vroeg, zowaar was de parkeerplaats noch de supermarkt geopend, stapte weer op mijn fiets aan de andere kant van het hek om mijn fiets op de fietsparkeerplaats te parkeren. Maar helaas. Algauw kwam er een bejaarde opa al schreeuwend en wijzend aangerend om mij wel alstublieft te verzoeken niet mijn fiets hier te parkeren, maar op de daarvoor speciaal gemaakte prijzige fietsenstalling. Uiteraard wel bewaakt. Maar, voor een keertje dan... Nee geen uitzonderingen. Dit is ook een van de reden waarom ik een hekel heb aan NS personeel met name treincontroleurs, die zijn ook zo muggenzifterig (maar ook hier zijn er uitzonderingen op de regel natuurlijk).

Uiteraard heb ik ook wat positiefs te melden. Ik ben namelijk verhuisd. Helaas naar een ietwat duurdere stek, maar dat mag niet baten. Eerst woonde ik in een jaren '60 stijl flat met een vieze keuken, kleine betonnen kamer, hard matras, razendsnel internet en gezellige studentensfeer en nu woon ik in een Japans huis. Dat wil zeggen koud, er is een WC zonder stoel, ook wel beter bekend als een Franse toilet die je vaak aantreft bij restaurants langs de weg richting Zuid-Frankrijk en een gemeenschappelijke kamer met High definition breedbeeld televisie. Alles heeft zo zijn voor en zijn nadelen. Ook mijn mede bewoners zijn allen buitenlandse studenten, nu 4 andere, later waarschijnlijk 8, en heel erg vriendelijk en gastvrij. Ze spreken allen Japans, bij de meeste van hen is het hun Major, ik ben de slechtste, maar dat creeert kansen. De locatie is echter wat minder, maar ook weer wat beter. Het is slechter in de zin dat het erg ver weg is van Osaka, het centrum, maar het is beter aangezien de omgeving mooier is. Ik woon nu dicht bij de bergen, tegen de bergen aan eigenlijk, wat maakt dat ik nu wat meer puisten van bergen moet beklimmen, en in de zomer wordt de nabije omgeving waarschijnlijk gesierd met rijstbouw. Erg speciaal, denk ik. het is dichter bij de universiteit, zeker bij minoo campus, maar weer verder van mijn part-time job. Of zoals de Japanners zeggen beito, of strikt genomen, arubeito. Dan hebben de Duiters toch nog ergens invloed op. Ik ben goed opgevoed, dus heb mij ook gelijk voorgesteld aan de wijkpolitie. Het is niet te geloven, maar ik woon nu net 5 dagen in een nieuwe stad - Minoo-shi, i.p.v. Suita-shi, waar de studentenflat zich bevond - en ik ben nu al staande gehouden door de buurtpolitie... fietscontrole. Gelukkig spreek ik nu al een stuk beter Japans zodat ik in een rap tempo kan vertellen van wie de fiets is, waar de wettelijke eigenaar hem gekocht heeft, hoe lang hij hem in zijn bezit heeft gehad, wanneer ik hem overgekocht heb, waar het licentiebewijs is, of de fiets wel eens een lekke band heeft gehad en waarom mijn bel het niet meer doet. Hij maakt aantekening in zijn nootblok, juu rii aannn adoomiiraaruuu. juist. Meneer de agent ook weer blij, heeft hij ook weer eens wat te vertellen bij de buurtpolitieevaluatie die avond. Ik vroeg al, jij kent mij nu he dus je gaat me niet meer lastig vallen he??? Nee, zal niet meer gebeuren. Waarschijnlijk was ik die avond the hot topic van de evalutie!! Ik hoor hem al zegggen: ' mochten jullie een gaijin (buitenlander) met blauwe ogen, rode fiets, een zwart mandje, een kapotte bel, en een zadel van het merk Kishima voorbij zien fietsen dan weten jullie wie dat is: Julian Admiraal, beware!

Daarnaast gaan mijn werkzaamheden als Julian-sensei ook gewoon door. Dat wil zeggen Engels conversatieles geven aan een bejaarde oude vrouw, van weet ik niet hoe oud. Ze heeft de Tweede Wereld Oorlog nog bewust meegemaakt, dus ik schat haar rond een jaar of 80. Ze wilt niet dement worden, daarom wilt ze graag haar Engels onderhouden, zowaar verbeteren. En tot mijn verbazing, voor een Japanse doet ze helemaal niet onder aan de Japanse highschool kinderen of zelfs studenten. Zelfs diegenen met een Major Engels. Ze betaald veel te goed en trakteert me ook nog wel eens op eten. Ik ben gelukkig. Tijdens het eten eist ze dat ik mijn Japans oefen door Japans met haar te spreken, wel erg grappig. Daar wilt ze natuurlijk geen geld voor hebben. Ik heb haar daarom maar stroopwafels gegeven.

woensdag 25 februari 2009

alles op een rijtje

Nu helemaal bekomen van de Nederlandse en Belgische barbaarse ervaringen, opgedaan aan het thuisfront, ben ik weer helemaal in de beschaafde wereld gekomen, waar studenten niet goed weten wat scheren is, mensen voor de collectieve veiligheid een wit mondkapje dragen, elke keer wanneer zij thuis komen gorgelen met water, en nog steeds denken dat je griep (influenza) kan krijgen van de lucht. Ik voel me weer helemaal thuis. Voor de mensen die ooit ook een keer Japan een bezoek aandoen, ga voor de griezelige ervaring eens naar een ziekenhuis. Doordat wellicht iedereen maskers draagt lijkt het meer op een slachthuis dan op een eventuele spot waar ze mensen genezen. Tja... klein cultuurverschil. Japanners houden nou eenmaal niet van viezigheid. In een ver verleden kon Nederland nog trots zijn op zijn schone stoepen, smetteloze zalen en zijn smetvreselijke eigenschappen, dat het 17de eeuwse Holland karakteriseerde. Nu is dat overgewaaid naar Japan. Toen ik voor mijn korte excursie weer in Nederland kwam waren de vieze straten en stoepen het eerste waar ik me aan ging hekelen. Hiervoor had ik daar nooit bij stilgestaan en mijn beste beentje voorgezet en zo vaak als het kon ook mijn kauwgom op de grond gedeponeerd. Nu, daarentegen, gooi ik het netjes in de prullenbak. Hoeveel een mens wel niet kan veranderen. Anders dan in Singapore wordt je in Japan niet opgehangen als je je kauwgom op de grond gooit, maar niemand doet het. Ten eerste omdat het niet mag, waardoor veel mensen denken dat Japanners domme schapen zijn die hun regering gehoorzamen. Aan de andere kant is het een kenmerk van de Japanse cultuur, met name de gebeden: 'wat gij niet wilt dat u geschied doe dat ook een ander niet', en 'dat doe je thuis bij de moeder toch ook niet' worden erg belangrijk gevonden.

Even weer terug naar de realiteit. Op het moment worden geisha geterroriseerd door handtastelijke toeristen. In Japan is sexual harassment een groot probleem en de Japanse regering heeft een grote neiging zijn vrouwelijke burgers optimaal te beschermen. Vandaar ook dat er in de spitsuren in treinen speciale vrouwenwagons zijn. Zodat het vieze bederfelijke mannelijke ras niet kan profiteren van de tegen hen aan geperste ranke dames om zich heen, door bijvoorbeeld 'perongeluk' haar bibs aan te raken. Dat maakt het dat toeristen die geisha aanraken of vast pakken voor een foto met argusogen bekeken worden. Beste toeristen, laat de geisha in hemelsnaam gewoon hun werk doen. Val ze niet lastig met foto's en raak ze in geen enkel geval aan. Westerse mensen houden er ook niet van door vreemden hardhandig dan wel gewoon aangeraakt te worden. Er zijn er al zo weinig geisha (nog slechts 1000).

Op het moment heb ik nog steeds moeite met de Japanse taal, zo bleek na een nogal gênante ervaring. Ik dacht, ik moet mijn vuile goed maar weer eens wassen, dus ben naar de winkel gegaan om 'wasmiddel', tenminste een verpakking met daarop bloemetjes en kleding afgebeeld. Plus dat ik het karakter voor vies herkende. Dus ik dacht die neem ik. Ik daarmee mijn wasje gedraaid opgehangen (rook goddelijk) en op een gegeven moment komt de Chinese, Japanse vriendin van Masato mijn edele kamer binnengelopen. Ze kijkt naar mijn was en naar mijn 'wasmiddel'. Ze wijst: ii nioi dake, (enkel een lekkere geur). Juist, het was dus wasverzachter. Maar ik werd algauw getroost. Masato en Vinh hadden ook een half jaar lang dezelfde fout gemaakt. Ik werd er gelukkig al gauw op gewezen dat ik vaker dingen moet vragen aan de staf, als ik dingen niet zeker weet.

maandag 16 februari 2009

Snowboarden in Nagano

Dat Japan probeert westerse producten te mijden uit de nationale economie moge duidelijk zijn. Niet lang geleden werden snowboards van Europese makelij geweigerd met als excuus dat de Japanse sneeuw ongeschikt zou zijn voor dergelijke boards.

Na twee dagen geboard te hebben in Nagano moet ik eerlijk toegeven dat de Japanse overheid - uiteraard - volkomen gelijk had. Normaal gesproken bedwing ik met gemak, mede door mijn grote talent, kundigheid en doorzettingsvermogen, de Franse Alpen. Rode, zwarte pistes, etc. het maakt mij niets uit. In de Japanse sneeuw echter, voelde ik me als een ijsbeer op de zuidpool. Ik ben de tel kwijt geraakt hoe vaak ik wel niet op mijn sufferd gegaan ben. Ja de Japanse sneeuw is heel anders! Evenals de Japanse skiliften. Men mag Japan gerust als een van de veiligste landen ter wereld bestempelen, maar niet als het gaat om skiliften! Al hangend in de ijskoude Japanse lucht moest ik niet vergeten mijzelf vast te houden aan de reling... Of was deze in het geheel niet aanwezig? Het was geen uitzondering wanneer wij,Vinh en ik, elkaar moesten vastgrijpen, wilden wij niet in een ravijn van 300 meter vallen. Terstond kwamen alle herinneringen in me naar boven van toen ik een doorlopende reisverzekering bij de Rabobank afsloot. Dit werd gevolgd door nog veel meer herinneringen: van toen ik voor het eerst ging kruipen, lopen, mama's naam kon spreken, mijn tijd op de basisschool en middelbare school vlogen voorbij. Mijn hele leven flitste voorbij in de skiliften van de Japanse wildernis.

Na al deze nare ervaringen heb ik ook mooie gebeurtenissen te melden, selbstverstandlich. Bijvoorbeeld het nemen van een bad samen met Vinh, gezellig eten in het huisje waar wij dat weekend bivakkeerden, uiteraard samen met de rest van het groepje: Yuka, Yuki en Xandra. Ons hosteltje was perfect. Ook werd ik verrast door het mooie uitzicht in de mooie bergen van Nagano. Bovenop de piste was het uitzicht schitterend, zeker toen de zon ging schijnen. Voor het prachtige uitzicht hebben de Japanners een speciale panorama piste gekunsteld. Jammer genoeg was de overduidelijk zwarte-ijzige-bokkel-panorama-piste net iets te lastig voor mij om ook nog van het uitzicht te kunnen genieten. Derhalve heb ik vanaf toen ook maar de Olympische piste genomen. Ik had natuurlijk geen zin in botbreuken, e.d. ondanks mijn verzekeringen.