zaterdag 29 november 2008
kouyo
Kouyo (spreek uit als kooyo), is samengevat een mooie gebeurtenis in de herfstmaand van Japan. In Japan is dit fenomeen razend populair. Bussenvol Japanners trekken er in de herfst op uit om de wonderen der natuur te bekijken: bladverandering. In de bergen van van het keizerlijke Kyoto zijn veel bomen, de Japanse palm, te vinden die hun groene kleur gedag zeggen en een rood, oranje-gele kleur verwelkomen, voordat ze vallen. Kortom, om een lang verhaal kort te maken, was het stervensdruk in Kyoto, met name in de omgeving rondom Arashiyama wat op dat moment een van de mooiste plekken is in Japan. In Nederland, moet ik toegeven, geef ik helemaal niet om bladkleurverandering, maar hier, wellicht door alle heisa eromheen, kon het fraaie kleurvolle uitzicht me toch wel bevallen. Waarschijnlijk is het ook mooier dan in Nederland, mede door het overheersende rood.
dinsdag 25 november 2008
ritme en bowlen
Elke ochtend sta ik rond een uur of half acht op. Bijna elke dag heb ik in de ochtend college en door een reistijd van ongeveer 20 minuten moet ik op tijd uit mijn bed. Soms wel vervelend, zeker als je wat later thuis komt. Aangekomen op de universiteit ben ik door de fietstocht fris en fruitig genoeg om aan mijn lessen te beginnen. Elke week heb ik ongeveer zes keer Japanse les: kanji, grammatica of spreekvaardigheid. Na de lessen ga ik altijd met vrienden wat eten in een van de daarvoor aangewezen plaatsen op de universiteit. Elke campus heeft zijn eigen scala aan restaurants en supermarkten, wat heel gemakkelijk is. Vervolgens ga ik meestal de rest van de dag leren of praten met vrienden tot een uur of zes, daarna weer eten, en 's avonds ben ik dan meestal bezig met van alles en nog wat. Elke donderdag ga ik basketballen met de basketbalploeg, daarna uit eten. Meestal weten zij de leukste en lekkerste plaatsen wel te vinden. Het leuke van een dergelijke ploeg is dat het net zo gezellig is als dat er gesport wordt. Nog een leuke bijkomstigheid is dat meeste basketballers typisch Japans zijn. Bijna niemand spreekt goed Engels, slechts enkelen. Een goede oefening dus.
Bijna elk weekend is volgepland. Soms met mijn gastfamilie, soms met vrienden om te stappen, soms moet er weer een nieuwe hotspot bezichtigd worden en niet zelden word ik uitgenodigd door Japanners om wat leuks te gaan doen. Veel willen hun Engels verbeteren, en ik mijn Japans dus dat komt goed uit. Twee weken geleden ben ik wezen bowlen, maar dan op zijn Japans. Zoals te verwachten viel was de baan prima in orde, ben geen expert natuurlijk, en was alles goed geolied. Het bowlen gaat gepaard met veel muziek en boven elke baan staat een groot tv-scherm die videoclips weergeeft, heel bijzonder. Na een half uur gebowld te hebben werd er wat omgeroepen op de luidspreker: wie nu een strike gooit krijgt een prijs! Uiteraard was ik niet goed genoeg, maar een van mijn vrienden, Rieko, viel in de prijzen. Ze kreeg een mooie foto en een of ander speelgoed. Grote onzin natuurlijk, maar niet in Japan. Na afloop kreeg ik een hoop kortingsbonnen, en een bon om in een van de 'giftautomaten' te grabbelen. Je weet wel, van die kasten met een hoop met knuffels erin, die met een grijptang eruit gevist kunnen worden. Hartstikke leuk... Nu weet ik ook wat voor een baan het meisje had dat steeds bij de automaten rondliep: de klanten helpen die net gebowld hebben. Ik heb net mijn 'workpermit' ontvangen en mag nu als student en gaikokujin (buitenlander) officieel werken. Misschien moet ik maar automatenhulpknecht worden. In ieder geval, iemand verdient geld en is daarmee beter af dan helemaal geen baan. Hoe moet je anders als student of scholier alle dure chanel mascara bekostigen.
Bijna elk weekend is volgepland. Soms met mijn gastfamilie, soms met vrienden om te stappen, soms moet er weer een nieuwe hotspot bezichtigd worden en niet zelden word ik uitgenodigd door Japanners om wat leuks te gaan doen. Veel willen hun Engels verbeteren, en ik mijn Japans dus dat komt goed uit. Twee weken geleden ben ik wezen bowlen, maar dan op zijn Japans. Zoals te verwachten viel was de baan prima in orde, ben geen expert natuurlijk, en was alles goed geolied. Het bowlen gaat gepaard met veel muziek en boven elke baan staat een groot tv-scherm die videoclips weergeeft, heel bijzonder. Na een half uur gebowld te hebben werd er wat omgeroepen op de luidspreker: wie nu een strike gooit krijgt een prijs! Uiteraard was ik niet goed genoeg, maar een van mijn vrienden, Rieko, viel in de prijzen. Ze kreeg een mooie foto en een of ander speelgoed. Grote onzin natuurlijk, maar niet in Japan. Na afloop kreeg ik een hoop kortingsbonnen, en een bon om in een van de 'giftautomaten' te grabbelen. Je weet wel, van die kasten met een hoop met knuffels erin, die met een grijptang eruit gevist kunnen worden. Hartstikke leuk... Nu weet ik ook wat voor een baan het meisje had dat steeds bij de automaten rondliep: de klanten helpen die net gebowld hebben. Ik heb net mijn 'workpermit' ontvangen en mag nu als student en gaikokujin (buitenlander) officieel werken. Misschien moet ik maar automatenhulpknecht worden. In ieder geval, iemand verdient geld en is daarmee beter af dan helemaal geen baan. Hoe moet je anders als student of scholier alle dure chanel mascara bekostigen.
maandag 24 november 2008
dagelijks leven
Poef... eindelijk weer eens tijd om mijn ervaringen te delen met het internet. Vorige week was ik uitgenodigd door mijn hostfamily om te gaan lunchen. Dit was heel gezellig. Mijn hostfamily had speciaal voor mij, waarschijnlijk, okonomiyaki gemaakt en er was meer dan genoeg. Na de lunch werd ik uitgenodigd voor de buurtbingo, of de flatbingo. Samen met ongeveer 30 kinderen van zeer jonge leeftijd heb ik meegedaan met bingo. Uiteraard wat gewonnen, want in Japan zijn er geen verliezers, iedereen heeft een prijs. Na afloop van de bingo werd ik nog in een Yukata (zomerkimono gemaakt van katoen, niet van zijden, zoals de winterkimono) en een Kata (Kendo gevechtspak) gehesen.
In Japan zijn er geen verliezers. Dit is ook overduidelijk aan te wijzen op straat. Overal wordt werk gecreëerd, wat tot zeer grappige situaties kan leiden. Onderweg naar de campus was een persoon aan de weg bezig, die vergezeld werd door een verkeersregelaar. Veel verkeer was er niet te regelen want het ging om een kleine ingreep op de stoep. Erg grappig om de stratenmaker aan het werk te zien en dat de verkeersregelaar niets anders doet dan toekijken. Soms lijkt het creëren van extra banen door de Japanse overheid een beetje nutteloos. Zo wordt bijvoorbeeld het verkeer op een parkeerplaats niet door een kerel geregeld, zoals in Nederland, maar door zes personen. Zo is er een persoon die op een fluitje blaast wanneer de shuttle bus, die van campus naar campus rijdt, achteruit rijdt. Zo ook is er iemand die alle fietsen op de Toyonaka campus rechtzet of op zijn plaats zet. Oftewel een hele hoop banen die 'zinloos' lijken. Maar! Het houdt mensen wel van de straat of van de tv vandaan. Men werkt hier voor zijn uitkering. Daarnaast houden deze mensen altijd een oogje in het zeil voor ongemakkelijke gebeurtenissen of ontfermen zij zich over verloren voorwerpen, die, wanneer zij hun eigenaar kwijt zijn, vrij snel hun eigenaar terugvinden. Dit alles is naar mijn mening alleen mogelijk in Japan. Door de toewijding van burgers tegenover de maatschappij en het collectief vinden mensen het niet vervelend om dit soort werk te verrichten, en doen ze zo goed mogelijk hun best hun gecreëerde baan zo goed mogelijk uit te voeren. In Nederland zou zoiets niet mogelijk zijn aangezien men er niet op staat te wachten 'zinloos' werk te verrichten. Men hangt misschien liever voor de tv.
In Japan zijn er geen verliezers. Dit is ook overduidelijk aan te wijzen op straat. Overal wordt werk gecreëerd, wat tot zeer grappige situaties kan leiden. Onderweg naar de campus was een persoon aan de weg bezig, die vergezeld werd door een verkeersregelaar. Veel verkeer was er niet te regelen want het ging om een kleine ingreep op de stoep. Erg grappig om de stratenmaker aan het werk te zien en dat de verkeersregelaar niets anders doet dan toekijken. Soms lijkt het creëren van extra banen door de Japanse overheid een beetje nutteloos. Zo wordt bijvoorbeeld het verkeer op een parkeerplaats niet door een kerel geregeld, zoals in Nederland, maar door zes personen. Zo is er een persoon die op een fluitje blaast wanneer de shuttle bus, die van campus naar campus rijdt, achteruit rijdt. Zo ook is er iemand die alle fietsen op de Toyonaka campus rechtzet of op zijn plaats zet. Oftewel een hele hoop banen die 'zinloos' lijken. Maar! Het houdt mensen wel van de straat of van de tv vandaan. Men werkt hier voor zijn uitkering. Daarnaast houden deze mensen altijd een oogje in het zeil voor ongemakkelijke gebeurtenissen of ontfermen zij zich over verloren voorwerpen, die, wanneer zij hun eigenaar kwijt zijn, vrij snel hun eigenaar terugvinden. Dit alles is naar mijn mening alleen mogelijk in Japan. Door de toewijding van burgers tegenover de maatschappij en het collectief vinden mensen het niet vervelend om dit soort werk te verrichten, en doen ze zo goed mogelijk hun best hun gecreëerde baan zo goed mogelijk uit te voeren. In Nederland zou zoiets niet mogelijk zijn aangezien men er niet op staat te wachten 'zinloos' werk te verrichten. Men hangt misschien liever voor de tv.
vrijdag 7 november 2008
Okinawa
In het begin van deze week ben ik met het vliegtuig naar Okinawa geweest, een van de tropische eilanden van Japan. Okinawa ligt ongeveer op dezelfde lengtegraad als Taiwan. Okinawa heeft een subtropisch klimaat, het hele jaar door wordt het niet kouder dan twintig graden, zelfs in de barre maand november is het er nog 30 graden. Okinawa is ook wel bekend om de levenswijze van de mensen die er wonen. Het schijnt dat op dit eiland de oudste mensen van de wereld leven: de eilandbewoners hebben een gemiddelde levensverwachting van 80 jaar. Het voedsel moet dan wel gezond zijn. Daarnaast is het eiland bekend vanwege de Amerikaanse bezetting. Zelfs nu nog zijn er 27.000 Amerikaanse soldaten gestationeerd op Okinawa. Voor sommige bewoners een doorn in het oog, voor andere de ideale mogelijkheid om een nummer te maken met een gaijin, een buitenlander. Om de Amerikaanse kampen zijn dan ook verscheidene clubs en cafés te vinden die vol zitten met Amerikanen. Door het warme klimaat in Okinawa gaan veel Japanners naar het eiland om te feesten en bruin te worden, of om lekker uit te rusten van het harde werken, tenminste als de baas dat toestaat. Kortom een ideaal eiland om eens een kijkje te gaan nemen.
Het weer viel een beetje tegen. Toen we zondag met het vliegtuig aankwamen was het erg warm en de zon scheen, zeer aangenaam. We zijn wat wezen eten in de drukste straat van de grootste stad van Okinawa, naam vergeten, en daarna hadden wat te drinken gekocht om aan het strand op te drinken. Een echt strand was er niet, alleen een grote haven. Dat viel te verwachten van een grote stad.
Toen ik de vorige dag wakker werd werd ik begroet door een fel zonlicht. Echter was ik voor de gek gehouden. Kort nadat ik me had aangekleed barstte de hel los en stortte het water met bakken uit de lucht. Typisch voorbeeld van een tropische regenbui. Je moet alles meegemaakt hebben in je leven dus... ook een tropische regen waarin je binnen 2 seconden drijf en drijfnat bent. Een douche was overbodig. Gelukkig gingen we die dag snorkelen in een grot, kanovaren en een traditioneel opgezet dorp bekijken, dus van regen geen last gehad. Immers met een wetsuit, die we kregen voor het snorkelen, maakt het niet uit of het regent of niet, of misschien maakt dat er alles enkel warmer op. Gelukkig scheen de zon op het moment dat we het dorp gingen bekijken en was het snorkelen echt de moeite waard geweest. Ondanks het onheilspellende weer was het heel gezellig.
De dag daarna, alweer een regenachtige dag, zijn we naar een reusachtig aquarium geweest in het Noorden van Okinawa. Het was een lust voor het oog om walvishaaien in levende lijve te zien zwemmen. De haaien waren zo ongeveer 8 meter groot en er zwommen drie exemplaren in het aquarium. De glazen van het aquarium zijn ongeveer een meter dik, nodig vanwege de enorme druk van het water. Het aquarium zelf is ongeveer 40 meter lang en minimaal 15 meter hoog, reusachtig om te zien.
Na het bezichtigen van de vissen zijn we naar het beroemde Shurijo kasteel geweest. Eigenlijk het enige wat nog in originele staat is zijn de kasteelmuren, een aantal aanbouwhuizen, en de fundamenten van het paleis. Het originele kasteel is voor een deel door de Amerikanen in de Tweede Wereldoorlog verwoest. Nu heeft de Japanse overheid een reconstructie gebouwd op dezelfde plek, enkel 50 cm hoger om de fundamenten van het origineel niet te beschadigen.
De volgende dag gingen we alweer naar huis, helaas, maar gelukkig kon ik terugkijken op een zeer gezellige week. Door het weer zijn we niet naar het strand geweest, die voor het overgrote deel ook gesloten is, vanwege het seizoen. 29 graden is volgens de Okinawezen te koud om te kunnen zwemmen. Maar zo heb ik wel de sfeer kunnen proeven van het stadsleven van Okinawa. Het viel me op dat de gebouwen en wegen in een minder welvarende staat verkeerden dan ik gewend was in Osaka. Waarschijnlijk komt dit doordat het eiland zo ver verwijderd is van Tokyo. Er zijn zelfs Japanners die Okinawa niet beschouwen als Japan, en Okinawezen die zich niet beschouwen als Japanners. De taal is hetzelfde, maar de cultuur van Okinawa is verschillend. Waaronder bepaalde dansen en rituelen. Wellicht is dit ook een van de redenen waarom de Japanse overheid zich niet druk maakt om de Amerikaanse militaire aanwezigheid op het eiland. Dat sommige eilandbewoners zich druk maken over de Amerikaanse aanwezigheid is een feit, met name door het verschijnsel dat Jos en ik (beide Nederlanders) op een avond begroet werden door een middelvinger van een oude dame, waarna ze zei: 'go home'. Waarschijnlijk zag ze ons aan voor Amerikanen. Het idee dat ze me aanzag als Amerikaan baarde me meer zorgen dan haar gebaar, eigenlijk.
Het weer viel een beetje tegen. Toen we zondag met het vliegtuig aankwamen was het erg warm en de zon scheen, zeer aangenaam. We zijn wat wezen eten in de drukste straat van de grootste stad van Okinawa, naam vergeten, en daarna hadden wat te drinken gekocht om aan het strand op te drinken. Een echt strand was er niet, alleen een grote haven. Dat viel te verwachten van een grote stad.
Toen ik de vorige dag wakker werd werd ik begroet door een fel zonlicht. Echter was ik voor de gek gehouden. Kort nadat ik me had aangekleed barstte de hel los en stortte het water met bakken uit de lucht. Typisch voorbeeld van een tropische regenbui. Je moet alles meegemaakt hebben in je leven dus... ook een tropische regen waarin je binnen 2 seconden drijf en drijfnat bent. Een douche was overbodig. Gelukkig gingen we die dag snorkelen in een grot, kanovaren en een traditioneel opgezet dorp bekijken, dus van regen geen last gehad. Immers met een wetsuit, die we kregen voor het snorkelen, maakt het niet uit of het regent of niet, of misschien maakt dat er alles enkel warmer op. Gelukkig scheen de zon op het moment dat we het dorp gingen bekijken en was het snorkelen echt de moeite waard geweest. Ondanks het onheilspellende weer was het heel gezellig.
De dag daarna, alweer een regenachtige dag, zijn we naar een reusachtig aquarium geweest in het Noorden van Okinawa. Het was een lust voor het oog om walvishaaien in levende lijve te zien zwemmen. De haaien waren zo ongeveer 8 meter groot en er zwommen drie exemplaren in het aquarium. De glazen van het aquarium zijn ongeveer een meter dik, nodig vanwege de enorme druk van het water. Het aquarium zelf is ongeveer 40 meter lang en minimaal 15 meter hoog, reusachtig om te zien.
Na het bezichtigen van de vissen zijn we naar het beroemde Shurijo kasteel geweest. Eigenlijk het enige wat nog in originele staat is zijn de kasteelmuren, een aantal aanbouwhuizen, en de fundamenten van het paleis. Het originele kasteel is voor een deel door de Amerikanen in de Tweede Wereldoorlog verwoest. Nu heeft de Japanse overheid een reconstructie gebouwd op dezelfde plek, enkel 50 cm hoger om de fundamenten van het origineel niet te beschadigen.
De volgende dag gingen we alweer naar huis, helaas, maar gelukkig kon ik terugkijken op een zeer gezellige week. Door het weer zijn we niet naar het strand geweest, die voor het overgrote deel ook gesloten is, vanwege het seizoen. 29 graden is volgens de Okinawezen te koud om te kunnen zwemmen. Maar zo heb ik wel de sfeer kunnen proeven van het stadsleven van Okinawa. Het viel me op dat de gebouwen en wegen in een minder welvarende staat verkeerden dan ik gewend was in Osaka. Waarschijnlijk komt dit doordat het eiland zo ver verwijderd is van Tokyo. Er zijn zelfs Japanners die Okinawa niet beschouwen als Japan, en Okinawezen die zich niet beschouwen als Japanners. De taal is hetzelfde, maar de cultuur van Okinawa is verschillend. Waaronder bepaalde dansen en rituelen. Wellicht is dit ook een van de redenen waarom de Japanse overheid zich niet druk maakt om de Amerikaanse militaire aanwezigheid op het eiland. Dat sommige eilandbewoners zich druk maken over de Amerikaanse aanwezigheid is een feit, met name door het verschijnsel dat Jos en ik (beide Nederlanders) op een avond begroet werden door een middelvinger van een oude dame, waarna ze zei: 'go home'. Waarschijnlijk zag ze ons aan voor Amerikanen. Het idee dat ze me aanzag als Amerikaan baarde me meer zorgen dan haar gebaar, eigenlijk.
woensdag 5 november 2008
voetbal in Japan
Hallo allemaal, nu heb ik weer even niks van me laten horen dus het werd weer eens tijd om een berichtje achter te laten. Een aantal weken geleden ben ik naar een voetbalwedstrijd geweest in Osaka. De club heette Gamba Osaka en is de beste club in Osaka - van heel Japan natuurlijk. Dit was mijn eerste keer in een Japans stadion en gelijk een van de vreemdste ervaringen uit mijn leven. Voordat je het stadion ingaat word je niet gefouilleerd, er wordt niet eens in je tas gekeken. Blikjes, flessen en alle meuk die je gebruikt om uit te drinken is toegestaan. inclusief aansteker en laserpennen.
In mijn ogen leek het allemaal meer op een festival dan op een voetbalwedstrijd. Er werd niet geschreeuwd door kaalgeschoren asociale hooligans, kinderen liepen vrij rond en tot mijn grote verbazing waren er erg veel vrouwen. Waarschijnlijk allemaal om naar de populaire voetbalgoden te kijken. We hadden de goedkoopste tickets gekocht wat betekende dat we moesten staan, ongelooflijk, maar we zaten wel in de supporterssite. De gehele wedstrijd door werden er liederen gezongen, heel vaak dezelfde, aangevoerd door een kerel met een megafoon. Het leek wel een grote repetitie aangezien alles ingestudeerd leek te zijn. Door het grote oestrogeengehalte klonken de liederen erg vrolijk, wat toch wel verwarrend was. In een stadion ben ik gewend geschreeuw te horen, middelvingers, scheldwoorden, ik verwacht omringd te zijn met naar bier en zweet stinkende Japanners, in blote bast. Met al het oestrogene geblèr om me heen had ik eerder het gevoel deel uit te maken van een evangelisatiedienst dan een voetbalwedstrijd. Ik vroeg nog aan Riotta (Japanner die voor ons de tickets had gehaald en met ons mee ging, vaste aanhanger van Osaka Gamba) of er ook scheldwoorden bestonden om de scheidsrechter uit te schelden, maar zelfs deze ontbraken!
Conclusie. Al met al een bijzondere ervaring. Ik had niet echt het stadionsfeer gevoel, miste diep van binnen de schreeuwende meute om me heen en ook de wedstrijd was nogal saai. Echter, in Japan is het wel mogelijk je kinderen mee te nemen naar populaire wedstrijden, er wordt niet gevochten,overmatig gedronken of gescholden en er heerst geen gespannen sfeer. Daarnaast zijn er een stuk meer vrouwen. Een voetbalwedstrijd met gemengde gevoelens. Ondanks de vrolijke liedjes was het misschien toch beter dan in Nederland.
In mijn ogen leek het allemaal meer op een festival dan op een voetbalwedstrijd. Er werd niet geschreeuwd door kaalgeschoren asociale hooligans, kinderen liepen vrij rond en tot mijn grote verbazing waren er erg veel vrouwen. Waarschijnlijk allemaal om naar de populaire voetbalgoden te kijken. We hadden de goedkoopste tickets gekocht wat betekende dat we moesten staan, ongelooflijk, maar we zaten wel in de supporterssite. De gehele wedstrijd door werden er liederen gezongen, heel vaak dezelfde, aangevoerd door een kerel met een megafoon. Het leek wel een grote repetitie aangezien alles ingestudeerd leek te zijn. Door het grote oestrogeengehalte klonken de liederen erg vrolijk, wat toch wel verwarrend was. In een stadion ben ik gewend geschreeuw te horen, middelvingers, scheldwoorden, ik verwacht omringd te zijn met naar bier en zweet stinkende Japanners, in blote bast. Met al het oestrogene geblèr om me heen had ik eerder het gevoel deel uit te maken van een evangelisatiedienst dan een voetbalwedstrijd. Ik vroeg nog aan Riotta (Japanner die voor ons de tickets had gehaald en met ons mee ging, vaste aanhanger van Osaka Gamba) of er ook scheldwoorden bestonden om de scheidsrechter uit te schelden, maar zelfs deze ontbraken!
Conclusie. Al met al een bijzondere ervaring. Ik had niet echt het stadionsfeer gevoel, miste diep van binnen de schreeuwende meute om me heen en ook de wedstrijd was nogal saai. Echter, in Japan is het wel mogelijk je kinderen mee te nemen naar populaire wedstrijden, er wordt niet gevochten,overmatig gedronken of gescholden en er heerst geen gespannen sfeer. Daarnaast zijn er een stuk meer vrouwen. Een voetbalwedstrijd met gemengde gevoelens. Ondanks de vrolijke liedjes was het misschien toch beter dan in Nederland.
Abonneren op:
Posts (Atom)