zaterdag 5 maart 2011
Tokyo Tower
Ik sta te wachten in de rij om Tokyo Tower te 'beklimmen' samen met Rin, een meisje dat ik nog ken uit Osaka. Tijdens het wachten draait een van de twee schoolmeisjes die voor mij staan zich om, lacht en zwaait. Als in een comedy draai ik me om en zie niemand staan... ik ben het doelwit - en had dit kunnen weten. Na deze kleine constatering kijk ik ze aan en vraag in het Japans of ze mij bedoelen. Geheel niet verrast - of onder de indruk - van het feit dat ik, een buitenlander welteverstaan, een beetje Japans spreek, antwoorden ze met 'natuurlijk bedoelen we jou'. Tevens zeggen ze dat zij uit Kyushu komen, Japans meest zuidelijke van de grote vier eilanden, en vandaag (herstel) , vanochtend zijn aangekomen in Tokyo en heel erg blij zijn hier te zijn - dit alles vergezeld met een schattige uitdrukking op hun gezicht, uitstraling van Japans enthousiasme en een brede glimlach. Vergeet hier even niet dat beide dames de moed hebben gehad rechtstreeks een buitenlander aan te spreken. Ik vertel hen dat het meisje dat naast me staat ook uit Kyushu komt, de wereld is klein. Ze kijken weer om, zien dat hun ouders al naar binnen gaan en roepen 'mata ne', tot ziens, glimlachen, en weg zijn ze. Als Japanners mij verrassen zijn het altijd kinderen. Zij zijn nog niet geketend aan conventies en traditionele verplichtingen, spontaan, direct en oprecht. Even geen matglas of dubbele bodems, maar kraakhelder. Net zoals beschreven in Hiromi Kawakami's Kamisama (God). De beer zegt (dat in mijn verbeelding altijd een ijsbeer is, hoewel dit niet zo is): 'chisai hito wa jaki ga nai desu ne', (grove vertaling: De kleintjes... er zit geen greintje slechte wil in hen, is het niet?)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Gaat alles goed daar???
We denken aan je!!!!
Dank voor de zorg, alles OK hier.
Een reactie posten