Vanaf maart vorig jaar is er een exhibitie te zien in het Smithsonian Art Museum in Washington getiteld: the art of gaman (zie voor meer info: http://search.japantimes.co.jp/mail/nn20110129f2.html). Bij deze exhibitie worden oude voorwerpen van voormalige Japans-Amerikaanse interneringskamp gevangenen tentoongesteld. Dit zijn voornamelijk kunstvoorwerpen en meubels die zij tijdens hun internering tussen 1942 en 1945 hadden vervaardigd om hun treurige omgeving wat op te vrolijken. Even voor de duidelijkheid: in deze periode hadden de VS, gevoed door rassenhaat, oorlogshysterie en gebrek aan politiek leiderschap (al plaats ik bij de laatste verklaring mijn vraagtekens aangezien Roosevelt het plan voor 'relocatie' - ook wel executive order 9066 genoemd - heeft ondertekend) ongeveer 110.000 Japanse-Amerikanen opgesloten in 'evacuatiekampen' - een eufemisme voor interneringskampen. Toen de Tweede Wereldoorlog eenmaal was afgelopen hebben zij deze voorwerpen, tezamen met hun herinneringen over het kamp op een stoffige zolder weggestopt. Allengs zijn deze unieke voorwerpen weer boven water gekomen, evenals de herinneringen, en beschikbaar gesteld aan het museum. Een officiële verontschuldiging in 1988 door de VS lijkt de de terugkomst van verloren herinneringen te onderstrepen. En nu stelt het museum de verkregen voorwerpen tentoon onder het mom van het Japanse woord gaman.
Gaman betekent letterlijk 'geduld' of 'weerstaan', maar kan opgevat worden als het vermogen om verschrikkelijke dingen in stille vastberadenheid te ondergaan. In Japan wordt de kunst van het weerstaan dan ook wel als een culturele waarde beschouwd. Zo trotseren Japanners in stilte de hiërarchische dominantie, de bemoeizuchtige overheid, overvolle treinen en het 'asociale' (of sociale) gedrag van buitenlanders. Kortom gaman is het toverwoord om de harmonie in de maatschappij te bewaren.
Maar deze culturele conventie heeft ook zijn nadelen. De nieuwe generatie jongeren lijkt deze namelijk wel erg serieus te nemen. Zo lijkt de jeugd collectief besloten te hebben dat zij ook seksuele verleidingen moet weerstaan en dat kan de toekomst van Japan erg veel schade berokkenen. Doordat een derde van de nieuwe generatie adolescenten tussen de 16 en 19 hun computerspelletjes verkiezen boven seksuele oefening (onderzoek van METI wijst uit dat een derde van de Japanse jongeren geen interesse hebben in vrouwen of seks) komen er in de toekomst minder kindjes. Gevolgen op lange termijn zijn dan een verdere vergrijzing van de samenleving, een verminderende vraag naar woonruimten en publieke voorzieningen. Treinen zullen niet meer zo vol zijn of zelfs leegblijven. In het ergste geval zullen zelfs spooksteden ontstaan. Op het Japanse platteland zijn de gevolgen van een dalende bevolking al enigszins zichtbaar. De enige publieke instantie die zal profiteren van de vergrijzing is het ziekenhuis. Maar als de nieuwe generatie die niet kan betalen zal het droevig gesteld zijn met de toekomstige ziekenzorg. Misschien dat robots het arbeidstekort kunnen oplossen. Zij zijn goedkoper, maar gaan niet uit eten, hebben geen behoefte aan televisie, computerspelletjes en een pretpark. Kortom zij consumeren niet.
Andere mensen die verondersteld werden het onverdraaglijke te verdragen zijn de hibakusha (overlevenden van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, respectievelijk op 6 en 9 augustus 1945). Deze levende museumstukken hebben in Japan dezelfde status als voormalige concentratiekamp gevangenen in de 'westerse wereld'. Helaas schijnt dat niet zo te zijn in Europa. In een comedyshow in Engeland werd een overlevende van beide atoombommen betiteld als de ongelukkigste mens op aarde. De Japanse overheid nam dit niet in dank af. Zij eisten dan ook direct excuses, die zij kregen van de BBC, en vertelde expliciet het te betreuren dat een 'hiroshima' besef ontbreekt in het collectieve geheugen van de Engelsen.
Het is opmerkelijk dat Japan dit betreurt. Wanneer we bovenstaand fenomeen versimpelen naar een principe is het niet meer dan logisch dat Hiroshima minder speelt in Engeland dan in Japan. Zij hebben er niet onder geleden. Japan maakt dan wel geen grapjes over voormalige troostmeisjes en mishandelde krijgsgevangenen, maar het heeft een lange tijd geduurd voordat zij wel bewust stilstonden bij dergelijke zaken(en ook dit is aan discussie onderhevig). De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet, zou je kunnen zeggen, maar we moeten ons niet te veel concentreren op een voortdurend jij-bakken. Het is een goed teken dat Japan commentaar geeft op de Britten, want ze hebben gelijk. Israel en Duitsland zouden hetzelfde gedaan hebben wanneer het had gegaan om een Holocaust overlevende.
Wat overigens te prijzen valt is de Japanse inspanning op het gebied van non-proliferatie en het aanwakkeren van historisch besef omtrent de nucleaire rampen in Hiroshima en Nagasaki. De burgemeester van Nagasaki heeft de BBC verzocht om een documentaire over de dubbele-hibakusha Tsutomu Yamaguchi uit te zenden. Zo kan een cynische grap toch goede resultaten boeken.
zaterdag 29 januari 2011
dinsdag 25 januari 2011
Shirokanedai
Shirokanedai ligt ten zuidoosten van Shibuya, het centrum van de Japanse tiener cultuur. shiro betekent wit, kane betekent geld en dai betekent grofweg zoiets als podium, dus je zou verwachten dat ik hier op een gouden witte berg woon, en dat doe ik ook. Mensen die in Shirokanedai wonen zeggen niet dat ze in Shirokanédai wonen, conform de Japanse uitspraak, maar in shiròkanedes, het liefst met een zo Frans mogelijke tongval. De poedels en andere 'troetelhondjes' die je schattig kunt maken met verscheidene attributen schijn je er gratis bij te krijgen.
De prijzen in Shirokanedai hebben zich gevormd naar de omwonenden, waardoor boodschappen hier onbetaalbaar zijn. Daarnaast bestaan er nauwelijks eetgelegenheden. In de buurt van de directeuren wordt er door de vrouw gekookt, of nominication bedreven in een van de izakaya's (Japanse bar/restaurant) in het centrum. nominication is een 'Japans' fenomeen. Het woord is een samenvoeging van het werkwoord nomu, wat drinken betekent, en communication. Oftewel, er wordt zowel gezopen als gecommuniceerd, iets wat in de Japanse maatschappij vrij goed samen lijken te gaan - waar niet overigens. Nee voor de eetgelegenheden en de gezelligheid kan je beter in Ebisu wonen; twee kilometer verderop.
Leven in Shirokanedai heeft niet alleen financiële nadelen, maar brengt ook wel degelijk voordeel met zich mee. En dat is status. Mensen zijn snel onder de indruk wanneer ik hen vertel in Shirokanedai te wonen. Okanemochi da ne~, een rijk man, zeggen ze dan. Maar niks is minder waar natuurlijk - wat ik overigens alleen vertel wanneer het me uitkomt. Het is niet verstandig van de daken te schreeuwen dat je tussen de rijke ka-cho, en bu-cho's, kortweg de directeuren van belangrijke Japanse bedrijven, woont. Nu al confronteren Japanse collega's mij met de veronderstelling dat ik hen best kan trakteren. kochi so sama deshita!
De prijzen in Shirokanedai hebben zich gevormd naar de omwonenden, waardoor boodschappen hier onbetaalbaar zijn. Daarnaast bestaan er nauwelijks eetgelegenheden. In de buurt van de directeuren wordt er door de vrouw gekookt, of nominication bedreven in een van de izakaya's (Japanse bar/restaurant) in het centrum. nominication is een 'Japans' fenomeen. Het woord is een samenvoeging van het werkwoord nomu, wat drinken betekent, en communication. Oftewel, er wordt zowel gezopen als gecommuniceerd, iets wat in de Japanse maatschappij vrij goed samen lijken te gaan - waar niet overigens. Nee voor de eetgelegenheden en de gezelligheid kan je beter in Ebisu wonen; twee kilometer verderop.
Leven in Shirokanedai heeft niet alleen financiële nadelen, maar brengt ook wel degelijk voordeel met zich mee. En dat is status. Mensen zijn snel onder de indruk wanneer ik hen vertel in Shirokanedai te wonen. Okanemochi da ne~, een rijk man, zeggen ze dan. Maar niks is minder waar natuurlijk - wat ik overigens alleen vertel wanneer het me uitkomt. Het is niet verstandig van de daken te schreeuwen dat je tussen de rijke ka-cho, en bu-cho's, kortweg de directeuren van belangrijke Japanse bedrijven, woont. Nu al confronteren Japanse collega's mij met de veronderstelling dat ik hen best kan trakteren. kochi so sama deshita!
vrijdag 21 januari 2011
Tadaima
Nihon, nagai desu ka (letterlijk: hoe lang is Japan), Nihongo ga djoozu da yo ne (je Japans is echt goed!). Nog maar een week ben ik in Tokio, en alweer heb ik de meest aan buitlanders gestelde vragen gehad. 'Nee, ik ben nog maar sinds zondag in Japan, en nee mijn Japans is niet "heel goed"'. Hisabisa Nihon, Long time no see Japan. Ik ben er weer.
Tokio, zegt men, bevindt zich in een andere dimensie dan Osaka, maar dan wel op dezelfde wereld. Als stagiair zou ik mijzelf onverhoeds in nog een andere dimensie begeven. Eentje die ik nog niet eerder had waargenomen en zich voor een groot gedeelte onder de grond bevindt. De dimensie van de metro in de ochtendspits.
Ik zal jullie de meest stereotype schets geven van het fenomeen metro's (of treinen) in Tokio. Mijn eerste werkdag, ik sta om zeven uur op en het is al licht buiten... vreemd. Ik neem een heerlijke warme douche, poets mijn tanden, drink appelsap, doe mijn pak aan en strik mijn das te kort, dan te lang, dan precies goed - of toch een beetje scheef -, nou dan hangt ie maar lekker scheef, en ga op weg naar metrostation Shirokanedai. Het is erg rustig op straat, af en toe passeer ik een jong knaapje met een korte broek (en pet) -het is vier graden- of een meisje, met een korte rok. Het is stil. (denk nu even aan het camera moment wanneer een leeg plastic zakje gefilmd wordt). En dan komt de metroingang, nog steeds weinig zielen te bekennen zo om acht uur, denk ik. Ik moet mezelf concentreren om aan de goede kant van de roltrap te staan, mensen staan daar namelijk aan de linkerkant, rechterkant is voor mensen die haast hebben of aan hun conditie willen werken - of mensen uit Osaka. Eenmaal aangekomen op het perron staan al kleine rijen mensen te wachten op de metro. Ik realiseer me dat ik toch niet helemaal alleen ben. En dan komt de trein en krijg ik het Japanse fenomeen van 'man-in densha' voor mijn ogen geschoven. Ik kan mijn lach moeilijk onderdrukken. Als sardientjes in een blik staan zij daar, te verschijnen, en dan, 'doa ga hirakimasu' gaan de sluizen open, en vindt er een geboorte plaats, die vervolgens weer hardhandig gevolgd wordt door een inseminatie.
Dit fenomeen is werkelijk waar ondenkbaar in Nederland. Tijdens deze gebeurtenis blijft iedereen stil. Niemand duwt elkaar, behalve als ze erin willen, maar dan is het geoorloofd; sardientjes klagen immers ook niet wanneer zij in het blik geperst worden. Mensen lijken hun adem in te houden en ondanks de drukte zal de kans dat je beurs gestolen wordt door een zakenroller bijna nihil zijn.
Eenmaal aangekomen op het station Onarimon moet ik er uit. Het is inmiddels een normaal gevulde trein; de mensen zijn nu olijven geworden. De voornaamste redenen hiervoor is dat de Mito-lijn, waarmee ik reis, niet een hele grote drukke lijn is. Wanneer ik naar boven loop neem ik de rechterkant van de trap, want zin om te wachten op een plekje op de roltrap heb ik niet. Reeds eerder ben ik al een lange rij wachtenden op de lift gepasseerd. En na een aantal trappen ben ik weer in de buitenlucht met een heldere blauwe hemel. De ambassade is vrij gemakkelijk te vinden vanaf dit station, hoewel ik het tot mijn schaamte wel heb moeten vragen. 'Meneer waar is de Nederlandse ambassade?', 'die bent u zojuist gepasseerd, ziet u die twee leeuwen daar?', 'aaah', juist ja, Je Maintandrai, een kleinigheidje hou je toch.
Bij aankomst voor de poort vraag de beveiliger of ik me aan wil melden. Ik zeg dat ik de nieuwe stagiair ben. Hij knikt en zegt, 'You are a envied man, we expect big things from you'.
Tokio, zegt men, bevindt zich in een andere dimensie dan Osaka, maar dan wel op dezelfde wereld. Als stagiair zou ik mijzelf onverhoeds in nog een andere dimensie begeven. Eentje die ik nog niet eerder had waargenomen en zich voor een groot gedeelte onder de grond bevindt. De dimensie van de metro in de ochtendspits.
Ik zal jullie de meest stereotype schets geven van het fenomeen metro's (of treinen) in Tokio. Mijn eerste werkdag, ik sta om zeven uur op en het is al licht buiten... vreemd. Ik neem een heerlijke warme douche, poets mijn tanden, drink appelsap, doe mijn pak aan en strik mijn das te kort, dan te lang, dan precies goed - of toch een beetje scheef -, nou dan hangt ie maar lekker scheef, en ga op weg naar metrostation Shirokanedai. Het is erg rustig op straat, af en toe passeer ik een jong knaapje met een korte broek (en pet) -het is vier graden- of een meisje, met een korte rok. Het is stil. (denk nu even aan het camera moment wanneer een leeg plastic zakje gefilmd wordt). En dan komt de metroingang, nog steeds weinig zielen te bekennen zo om acht uur, denk ik. Ik moet mezelf concentreren om aan de goede kant van de roltrap te staan, mensen staan daar namelijk aan de linkerkant, rechterkant is voor mensen die haast hebben of aan hun conditie willen werken - of mensen uit Osaka. Eenmaal aangekomen op het perron staan al kleine rijen mensen te wachten op de metro. Ik realiseer me dat ik toch niet helemaal alleen ben. En dan komt de trein en krijg ik het Japanse fenomeen van 'man-in densha' voor mijn ogen geschoven. Ik kan mijn lach moeilijk onderdrukken. Als sardientjes in een blik staan zij daar, te verschijnen, en dan, 'doa ga hirakimasu' gaan de sluizen open, en vindt er een geboorte plaats, die vervolgens weer hardhandig gevolgd wordt door een inseminatie.
Dit fenomeen is werkelijk waar ondenkbaar in Nederland. Tijdens deze gebeurtenis blijft iedereen stil. Niemand duwt elkaar, behalve als ze erin willen, maar dan is het geoorloofd; sardientjes klagen immers ook niet wanneer zij in het blik geperst worden. Mensen lijken hun adem in te houden en ondanks de drukte zal de kans dat je beurs gestolen wordt door een zakenroller bijna nihil zijn.
Eenmaal aangekomen op het station Onarimon moet ik er uit. Het is inmiddels een normaal gevulde trein; de mensen zijn nu olijven geworden. De voornaamste redenen hiervoor is dat de Mito-lijn, waarmee ik reis, niet een hele grote drukke lijn is. Wanneer ik naar boven loop neem ik de rechterkant van de trap, want zin om te wachten op een plekje op de roltrap heb ik niet. Reeds eerder ben ik al een lange rij wachtenden op de lift gepasseerd. En na een aantal trappen ben ik weer in de buitenlucht met een heldere blauwe hemel. De ambassade is vrij gemakkelijk te vinden vanaf dit station, hoewel ik het tot mijn schaamte wel heb moeten vragen. 'Meneer waar is de Nederlandse ambassade?', 'die bent u zojuist gepasseerd, ziet u die twee leeuwen daar?', 'aaah', juist ja, Je Maintandrai, een kleinigheidje hou je toch.
Bij aankomst voor de poort vraag de beveiliger of ik me aan wil melden. Ik zeg dat ik de nieuwe stagiair ben. Hij knikt en zegt, 'You are a envied man, we expect big things from you'.
Abonneren op:
Posts (Atom)